ECLI:NL:HR:2016:2451

Hoge Raad

Datum uitspraak
28 oktober 2016
Publicatiedatum
28 oktober 2016
Zaaknummer
15/03681
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzekeringsrechtelijke vordering van zorgaanbieder op zorgverzekeraar na beëindiging overeenkomst

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 28 oktober 2016 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen STICHTING SOLUTIONS-CENTER en de onderlinge waarborgmaatschappijen DSW ZORGVERZEKERAAR U.A. en STAD HOLLAND ZORGVERZEKERAAR U.A. De zaak betreft een geschil over de mogelijkheid voor een zorgaanbieder om na het beëindigen van een overeenkomst zorgkosten van verzekerden op eigen naam te vorderen van de zorgverzekeraar. De Hoge Raad heeft in zijn arrest geoordeeld dat de klachten van de eiseres, Solutions, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, waarbij de Hoge Raad oordeelt dat de aangevoerde klachten geen nadere motivering behoeven, omdat ze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

De zaak is voortgekomen uit eerdere vonnissen van de rechtbank Den Haag en een arrest van het gerechtshof Den Haag. De Hoge Raad heeft de conclusie van de Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot gevolgd, die ook tot verwerping van het beroep had geconcludeerd. De Hoge Raad heeft daarnaast Solutions veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op een totaal van € 8.724,34, bestaande uit verschotten en salaris voor de advocaat. Dit arrest is openbaar uitgesproken door raadsheer G. de Groot.

Uitspraak

28 oktober 2016
Eerste Kamer
15/03681
LZ/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
STICHTING SOLUTIONS-CENTER,
gevestigd te Voorthuizen,
EISERES tot cassatie,
advocaten: mr. R.P.J.L. Tjittes en mr. J.W. de Jong,
t e g e n
1. de onderlinge waarborgmaatschappij DSW ZORGVERZEKERAAR U.A.,
2. de onderlinge waarborgmaatschappij STAD HOLLAND ZORGVERZEKERAAR U.A.,
beide gevestigd te Schiedam,
VERWEERSTERS in cassatie,
advocaat: mr. K. Teuben.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Solutions en DSW (in enkelvoud).

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak C/l0/425498/HA ZA 13-558 van de rechtbank Den Haag van 28 augustus 2013 en 14 mei 2014;
b. het arrest in de zaak 200.152.521/01 van het gerechtshof Den Haag van 26 mei 2015.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof heeft Solutions beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
DSW heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot strekt tot verwerping van het beroep.
De advocaat van Solutions heeft bij brief van 16 september 2016 op die conclusie gereageerd.

3.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Solutions in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van DSW begroot op € 6.524,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president E.J. Numann als voorzitter en de raadsheren C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. de Groot en M.V. Polak, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op
28 oktober 2016.