Uitspraak
wonende te [woonplaats] ,
zetelende te Gorinchem,
1.Het geding in feitelijke instantie
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van het middel in het principale beroep
- i) Bij vonnis van 28 augustus 2013 heeft de rechtbank vervroegd de onteigening uitgesproken ten name van de Gemeente van:
- een gedeelte van het perceel kadastraal bekend gemeente Gorinchem, sectie [A] nummer [001] , ter grootte van 03.47.57 hectare (grondplannummer [002] );
- het perceel kadastraal bekend gemeente Gorinchem, sectie [A] nummer [003] , ter grootte van 00.02.55 hectare (grondplannummer [004] ):
- een gedeelte van het perceel kadastraal bekend gemeente Gorinchem, sectie [A] nummer [005] , ter grootte van 20.22.61 hectare (grondplannummer [006] );
- ii) Het vonnis van vervroegde onteigening is op 28 oktober 2013 ingeschreven in de openbare registers.
- iii) De onteigening is uitgesproken ten behoeve van de uitvoering van het bestemmingsplan ‘Hoog Dalem’. Dit plan is inmiddels grotendeels onherroepelijk geworden, met dien verstande dat een gedeelte van het plan is vernietigd door een uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State van 29 februari 2012. Als gevolg van deze uitspraak zijn twee delen van perceel [A] [005] ter grootte van 00.54.96 en 00.60.28 hectare niet in het onteigende begrepen.
- iv) Het bestemmingsplan ‘Hoog Dalem’ voorziet in de ontwikkeling van een woongebied ten oosten van de bestaande kern van de Gemeente, waarbij ongeveer 1400 woningen met daarbij behorende voorzieningen worden gerealiseerd. Het woongebied wordt ontwikkeld in drie deelgebieden. Twee daarvan (hierna ook: gebied Noord en gebied Zuid) zijn inmiddels in ontwikkeling. Deze ontwikkeling geschiedt door een publiek-private samenwerking in de vorm van een C.V. (hierna: de C.V.). Het onteigende (hierna ook: gebied Midden) ligt tussen die twee gebieden; de Gemeente is tot onteigening van de onderhavige gronden overgegaan teneinde aldaar het derde deelgebied te (laten) ontwikkelen.
- v) Aan het bestemmingsplan ‘Hoog Dalem’ ging vooraf het bestemmingsplan ‘Buitengebied’. Op grond van dit plan rustte op het onteigende de bestemming ‘Agrarisch gebied’. De gronden waren bestemd voor agrarische productie en voor de oprichting van de daarvoor noodzakelijke agrarische bedrijfsbebouwing en één agrarische bedrijfswoning. Voor de twee delen van het perceel [A] [005] die door de vernietiging van het bestemmingsplan zijn getroffen, is het bestemmingsplan ‘Buitengebied’ van toepassing gebleven.
- vi) Ten tijde van de vaststelling van het bestemmingsplan ‘Hoog Dalem’ bestond een ‘Stedebouwkundig Plan Hoog Dalem Gorinchem’.
- a) Art. 40c Ow dient terughoudend te worden toegepast (rov. 3.5).
- b) De vraag of eliminatie van een door het geldende bestemmingsplan aan het onteigende gegeven bestemming moet plaatsvinden, dient te worden beoordeeld aan de hand van de omstandigheden van het geval. Eliminatie kan niet in abstracto worden voorgeschreven of uitgesloten in bepaalde categorieën van gevallen. (rov. 3.6.2)
- c) Voor eliminatie is alleen plaats indien het werk waarvoor wordt onteigend tot stand wordt gebracht voor rekening en risico van rechtspersonen als bedoeld in art. 2:1 lid 1 en 2 BW (‘overheidswerken’) (rov. 3.8.2).
- d) De omstandigheid dat de overheid voorbereidingswerkzaamheden uitvoert ten behoeve van een werk waarvoor wordt onteigend, brengt nog niet mee dat dit werk als een overheidswerk dient te worden aangemerkt (rov. 3.8.3).
4.Beslissing
15 januari 2016.