ECLI:NL:HR:2016:2206

Hoge Raad

Datum uitspraak
30 september 2016
Publicatiedatum
29 september 2016
Zaaknummer
16/00016
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerlen tegen uitspraak Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden inzake legesheffing

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 30 september 2016 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerlen tegen een uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De zaak betreft een beroep in cassatie tegen een eerder vonnis van het Gerechtshof, dat op 24 november 2015 was gewezen. Het College had beroep ingesteld tegen de leges die aan belanghebbende waren opgelegd.

De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de middelen die door het College zijn voorgesteld niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, wat betekent dat er geen verdere motivering nodig is, aangezien de middelen niet leiden tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Daarnaast is het voorwaardelijke incidentele beroep van belanghebbende niet in behandeling genomen, omdat het principale beroep niet tot vernietiging van de uitspraak van het Gerechtshof leidde. De Hoge Raad heeft het College veroordeeld in de proceskosten van het geding in cassatie, vastgesteld op € 992 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand.

De uitspraak van de Hoge Raad bevestigt de eerdere beslissing van het Gerechtshof en legt de kosten van het geding bij het College, dat ook een griffierecht van € 503 moet betalen.

Uitspraak

30 september 2016
Nr. 16/00016
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van het
college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerlen(hierna: het College) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 24 november 2015, nr. 14/00450, betreffende een ten aanzien van
[X] BVte
[Z](hierna: belanghebbende) geheven leges.

1.Het eerste geding in cassatie

De uitspraak van het Gerechtshof ’s Hertogenbosch is op het beroep van het College bij arrest van de Hoge Raad van 4 april 2014, nr. 12/05118, ECLI:NL:HR:2014:780, BNB 2014/149, vernietigd, met verwijzing van het geding naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (hierna: het Hof) ter verdere behandeling en beslissing van de zaak met inachtneming van dat arrest.

2.Het tweede geding in cassatie

Het College heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij enkele middelen voorgesteld.
Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend. Zij heeft tevens voorwaardelijk incidenteel beroep in cassatie ingesteld.

3.Beoordeling van de middelen in het principale beroep in cassatie

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Het voorwaardelijke incidentele beroep

Aangezien het principale beroep niet tot vernietiging van ’s Hofs uitspraak leidt, is de voorwaarde waaronder het incidentele beroep is ingesteld, niet vervuld. Gelet op artikel 8:112, lid 2, Awb vervalt het incidentele beroep derhalve.

5.Proceskosten

Het College zal worden veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie.

6.Beslissing

De Hoge Raad:
verklaart het beroep in cassatie ongegrond, en
veroordeelt het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerlen in de kosten van het geding in cassatie aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op € 992 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren M.A. Fierstra en J. Wortel, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 30 september 2016.
Van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerlen wordt een griffierecht geheven van € 503.