ECLI:NL:HR:2016:2192

Hoge Raad

Datum uitspraak
27 september 2016
Publicatiedatum
27 september 2016
Zaaknummer
15/04499
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen beslag ex art. 94 Sv en art. 11a Opiumwet

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep ingesteld door de Officier van Justitie tegen een beschikking van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, waarin een klaagschrift is ingediend door de klager. De klager had goederen uit zijn growshop in beslag genomen op 2 maart 2015, naar aanleiding van een verdenking van overtreding van artikel 11a van de Opiumwet, die op die datum in werking trad. De klager verklaarde dat hij op de hoogte was van de nieuwe wetgeving en zijn webshop had gesloten, waardoor hij geen verkopen meer deed vanaf 1 maart 2015. De Rechtbank verklaarde het klaagschrift gegrond, maar de Hoge Raad oordeelde anders.

De Hoge Raad, onder leiding van vice-president W.A.M. van Schendel, heeft het beroep in cassatie verworpen. De Advocaat-Generaal G. Knigge had geconcludeerd tot verwerping van het beroep, en de Hoge Raad oordeelde dat het middel niet tot cassatie kon leiden. Dit was volgens artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO) niet nodig, omdat het middel geen rechtsvragen opriep die van belang waren voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De beschikking van de Hoge Raad werd uitgesproken op 27 september 2016, in aanwezigheid van de waarnemend griffier A.C. ten Klooster.

Uitspraak

27 september 2016
Strafkamer
nr. S 15/04499 B
CeH/SG
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, van 21 juli 2015, nummer RK 15/601, op een klaagschrift als bedoeld in art. 552a Sv, ingediend door:
[klager], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1985.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de Officier van Justitie. Deze heeft bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal G. Knigge heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van het middel

Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president W.A.M van Schendel als voorzitter, en de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en V. van den Brink, in bijzijn van de waarnemend griffier A.C. ten Klooster, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
27 september 2016.