Uitspraak
wonende te [woonplaats],
wonende te [woonplaats], Zwitserland,
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van het middel
4.Beslissing
9 september 2016.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 september 2016 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een verzoek van een vrouw tot wijziging van alimentatie. De vrouw had eerder een uitspraak van een Marokkaanse rechter ontvangen, waarin een schadeloosstelling voor haar was bepaald. De vrouw verzocht de Nederlandse rechter om de alimentatie te wijzigen op basis van deze uitspraak. De Hoge Raad heeft de beschikking van het gerechtshof 's-Hertogenbosch, die het verzoek had afgewezen, bevestigd. De vrouw voerde aan dat de Alimentatieverordening 4/2009/EG onjuist was toegepast, maar de Hoge Raad oordeelde dat de klachten niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad oordeelde dat de aangevoerde klachten geen nadere motivering behoefden, omdat ze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De beslissing van de Hoge Raad was dat het beroep van de vrouw werd verworpen.