Het proces-verbaal van de terechtzitting van het Hof houdt het volgende in:
"(...)
De voorzitter merkt op dat het hof kennis heeft genomen van de brief van de raadsman van 3 juni 2014 met als bijlage het door de raadsman opgevraagde rapport van het Nationaal Forensisch Onderzoeksbureau.
(...)
De veroordeelde en de raadsman voeren het woord tot verdediging.
De raadsman deelt daartoe mede, zakelijk weergegeven:
De politierechter heeft bewezenverklaard dat mijn cliënte op of omstreeks 3 juni 2012 een hennepkwekerij had. Er is geen periode bewezenverklaard. Het is in deze zaak de vraag of er nu één keer is geoogst of niet. Volgens de verdediging is er geen sprake geweest van een oogst. Dit kan blijken uit het door mij opgevraagde rapport van [betrokkene 1] werkzaam bij het Nationaal Forensisch Onderzoeksbureau (NFO). Hieruit kan blijken dat het rapport van fraude-inspecteur [betrokkene 2] van 3 juli 2012 niet juist is. Ik wil dit rapport graag toevoegen aan het dossier in verband met de kosten die hieromtrent door de verdediging zijn gemaakt.
De voorzitter merkt op dat het gaat om een rapport van een onbekende bron. Het is dus de vraag hoe de raadsman dit toegevoegd wil zien.
De raadsman deelt mede, zakelijk weergegeven:
Het NFO is een heel bekende organisatie. Er werken diverse gerechtelijk deskundigen. Ze werken snel en vooral voor de verdediging is deze organisatie van belang nu wij geen toegang hebben tot het NFI. De deskundige [betrokkene 1] heeft gekeken naar de kalkafzetting, de oude materialen en het stroomverbruik. De berekening van het stroomverbruik van [betrokkene 2] klopt niet en is niet goed onderbouwd. Bovendien is het de vraag of de periode 2009-2010 representatief is. Ongeveer 15000 KWh moet worden toegeschreven aan de hennepkwekerij. Echter, [betrokkene 2] vermeldt dat de aangetroffen hennepplantage 18090 KWh heeft verbruikt over 112 dagen. Hierdoor ontstaat in de berekening van [betrokkene 2] een tekort van ongeveer 3000 KWh. Er ontstaan dus tekorten en gebreken. Dat is een bijzonder harde conclusie en dat besef ik me ook wel.
Kortom mijn primaire standpunt is dat niet vast kan worden gesteld dat er sprake is geweest van een oogst. Indien uw hof het hier niet mee eens is, verzoek ik u nader onderzoek te laten doen. Dat betekent wat mij betreft: dat [betrokkene 2] moet worden gehoord als getuige-deskundige. Hij mag reageren op het rapport van [betrokkene 1] . Ik verzoek u om een open verwijzing naar de raadsheer-commissaris zodat naar aanleiding van het verhoor van [betrokkene 2] een andere deskundige, bijvoorbeeld [betrokkene 1] , hierop kan reageren.
(...)
De advocaat-generaal repliceert, zakelijk weergegeven:
Ten aanzien van het horen van de getuigen heeft het openbaar ministerie zich al reeds eerder op het standpunt gesteld dat deze verzoeken, getoetst aan het verdedigingsbelang, moeten worden afgewezen. Ik zie geen reden om dit standpunt te wijzigen. Het dossier is duidelijk.
De raadsman dupliceert, zakelijk weergegeven:
Er ligt een rapport dat de rapportage van [betrokkene 2] betwist. Er hangt voor mijn cliënte veel van af. Er is sprake van een verdedigingsbelang. Ik blijf bij mijn standpunt."