Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van de middelen
3.Beslissing
5 juli 2016.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat op 27 mei 2015 is gewezen in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1975. De verdachte heeft beroep in cassatie ingesteld tegen het eerdergenoemde arrest, waarbij hij werd bijgestaan door zijn advocaat J. Boksem uit Leeuwarden. De Advocaat-Generaal A.J. Machielse heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de middelen van cassatie beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat stelt dat geen nadere motivering nodig is wanneer de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft op 5 juli 2016 het beroep verworpen, en het arrest is uitgesproken door vice-president A.J.A. van Dorst, samen met de raadsheren V. van den Brink en E.S.G.N.A.I. van de Griend, in aanwezigheid van waarnemend griffier J.D.M. Hart.