ECLI:NL:HR:2016:1406

Hoge Raad

Datum uitspraak
5 juli 2016
Publicatiedatum
6 juli 2016
Zaaknummer
15/00625
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanhoudingsverzoek en belangenafweging door de rechter

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 5 juli 2016 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam. De verdachte had beroep in cassatie ingesteld tegen de afwijzing van een verzoek tot aanhouding van de behandeling van de zaak. De advocaat van de verdachte, W.J. Ausma, had een middel van cassatie voorgesteld, waarbij de Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt had geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en terugwijzing naar het Gerechtshof Amsterdam.

De Hoge Raad oordeelde dat het Hof de afwijzing van het aanhoudingsverzoek niet had gemotiveerd. Dit was problematisch, omdat de rechter bij de beslissing op een verzoek tot aanhouding een belangenafweging dient te maken. De belangen die in deze afweging moeten worden meegenomen zijn onder andere het aanwezigheidsrecht van de verdachte, de noodzaak van een spoedige berechting en de goede organisatie van de rechtspleging. Het Hof had nagelaten aan te tonen dat deze belangenafweging was gemaakt, wat leidde tot de conclusie dat het middel van de verdachte slaagde.

De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak en wees de zaak terug naar het Gerechtshof Amsterdam, zodat de zaak opnieuw op het bestaande hoger beroep kan worden berecht en afgedaan. Dit arrest benadrukt het belang van een zorgvuldige motivering door de rechter bij beslissingen die de rechten van de verdachte raken.

Uitspraak

5 juli 2016
Strafkamer
nr. S 15/00625
ES
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 4 februari 2015, nummer 23/002905-14, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1969.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft W.J. Ausma, advocaat te Utrecht, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof Amsterdam, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.

2.Beoordeling van het middel

2.1.
Het middel klaagt over de afwijzing door het Hof van het verzoek tot aanhouding van de behandeling van de zaak.
2.2.
Het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep houdt in dat de verdachte aldaar niet is verschenen. Het houdt voorts het volgende in:
"Als raadsvrouwe van verdachte is ter terechtzitting aanwezig mr. D.N.A. Brouns, advocaat te Utrecht, die desgevraagd verklaart door de verdachte uitdrukkelijk te zijn gemachtigd als advocaat de verdachte te verdedigen. Mr. Bouns doet een verzoek tot aanhouding omdat haar cliënt graag bij de zitting wil zijn maar niet op de hoogte hiervan was.
Na beraad in raadkamer wordt het aanhoudingsverzoek afgewezen.
(...)"
2.3.
Bij de beslissing op een verzoek tot aanhouding van de behandeling van de zaak dient de rechter een afweging te maken tussen alle daarbij betrokken belangen, waaronder het belang van de verdachte bij het kunnen uitoefenen van zijn aanwezigheidsrecht, het belang dat niet alleen de verdachte maar ook de samenleving heeft bij een doeltreffende en spoedige berechting en het belang van een goede organisatie van de rechtspleging (vgl. HR 26 januari 1999, ECLI:NL:HR:1999:ZD1314, NJ 1999/294).
2.4.
Het Hof heeft de afwijzing van het door de raadsvrouwe gedane verzoek niet gemotiveerd. Derhalve kan niet blijken of het Hof de hiervoor vermelde afweging van belangen heeft gemaakt.
2.5.
Het middel slaagt.

3.Slotsom

Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven en als volgt moet worden beslist.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof Amsterdam, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren V. van den Brink en E.S.G.N.A.I. van de Griend, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
5 juli 2016.