In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 juli 2016 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de tariefindeling van een elektrisch apparaat, de Zoneplayer, dat digitale geluidsbestanden ontvangt en omzet in geluid. De zaak is voortgekomen uit een prejudiciële beslissing van het Hof van Justitie van de Europese Unie, die op 17 maart 2016 heeft geoordeeld dat de Zoneplayer moet worden ingedeeld onder post 8519 van de Gecombineerde Nomenclatuur (GN). De Hoge Raad heeft de eerdere uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam, die op 10 januari 2013 was gedaan, in cassatie beoordeeld.
De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de Zoneplayer, die is ontworpen om geluid weer te geven en aan de consument wordt aangeboden als een draadloos systeem voor hifi stereogeluid, inderdaad onder post 8519 van de GN moet worden ingedeeld. Dit oordeel is gebaseerd op de functie van het apparaat, dat enkel geluid weergeeft, en niet op de bron van het geluid. De belanghebbende, Sonos Europe B.V., heeft betoogd dat de indeling onder post 8517 van de GN ook mogelijk zou zijn, maar de Hoge Raad heeft deze argumenten verworpen. De Hoge Raad concludeert dat de Zoneplayer geen 'standalone' toestel is en dat de indeling onder post 8519 correct is.
De Hoge Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten en heeft het beroep in cassatie ongegrond verklaard. Dit arrest is gewezen door een collegiaal orgaan van de Hoge Raad, met de vice-president als voorzitter, en is openbaar uitgesproken op 8 juli 2016.