Uitspraak
wonende te [woonplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van het middel
- i) Partijen zijn op 14 juli 1995 gehuwd met uitsluiting van elke gemeenschap, afgezien van de gemeenschap van inboedel.
- ii) De huwelijkse voorwaarden van partijen bevatten een periodiek en finaal verrekenbeding.
- iii) Bij beschikking van 3 april 2012 heeft de rechtbank echtscheiding tussen partijen uitsproken, onder aanhouding van de beslissing met betrekking tot de afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden. Deze beschikking is op 24 april 2012 ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.
- iv) Als peildatum voor de afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden geldt 24 november 2011 (hierna: de peildatum).
- v) Op de peildatum waren partijen gezamenlijk eigenaar van een woning met bedrijfshal. Die woning met bedrijfshal is nadien verkocht.
- vi) Op de peildatum bedroeg de waarde van de door de man gevoerde eenmanszaak € 30.464,-- negatief.
- vii) Nadat uit de opbrengst van de onder (v) bedoelde verkoop onder meer de hypothecaire schulden en een zakelijk krediet van de man ten bedrage van € 54.449,37 (hierna: het krediet), waren afgelost, is het restant bedrag van € 52.424,87 uitgekeerd aan de vrouw.
Gelet op de overweging van het hof in rov. 2.3 dat de hypotheekrente vanaf 1 mei 2012 door partijen bij helfte diende te worden betaald, is dat oordeel niet onbegrijpelijk.
4.Beslissing
verrekening aan de man een bedrag van € 1.135,17 dient te vergoeden;
24 juni 2016.