ECLI:NL:HR:2016:1239

Hoge Raad

Datum uitspraak
21 juni 2016
Publicatiedatum
21 juni 2016
Zaaknummer
15/04758
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevel tot dadelijke uitvoerbaarheid van bijzondere voorwaarden en reclasseringstoezicht in strafzaak

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 21 juni 2016 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De verdachte was veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht maanden, waarvan vier maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden en reclasseringstoezicht. Het Hof had bevolen dat deze bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar waren, maar de Hoge Raad oordeelde dat het bestreden arrest niet voldeed aan de motiveringsverplichting die voortvloeit uit artikel 14e van het Wetboek van Strafrecht. De Hoge Raad herhaalde relevante overwegingen uit een eerdere uitspraak en concludeerde dat het Hof niet voldoende had gemotiveerd dat de bewezenverklaarde feiten gericht waren tegen de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, en dat er ernstig rekening mee moest worden gehouden dat de verdachte wederom een misdrijf zou begaan. Om deze redenen vernietigde de Hoge Raad het bevel tot dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden en het reclasseringstoezicht, maar verwierp het beroep voor het overige. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige motivering door de rechter bij het opleggen van dadelijke uitvoerbaarheid van voorwaarden.

Uitspraak

21 juni 2016
Strafkamer
nr. S 15/04758
LBS/DAZ
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 29 juli 2015, nummer 21/003566-14, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1979.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft J. Boksem, advocaat te Leeuwarden, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal P.C. Vegter heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, doch uitsluitend ten aanzien van het bevel dat de in de bestreden uitspraak vermelde bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar zijn en tot verwerping van het beroep voor het overige.

2.Beoordeling van het middel

2.1.
Het middel klaagt erover dat het Hof toepassing heeft gegeven aan art. 14e, eerste lid, Sr en heeft bevolen dat de gestelde bijzondere voorwaarden en het reclasseringstoezicht dadelijk uitvoerbaar zijn.
2.2.1.
Het Hof heeft de verdachte ter zake van 1. "belaging" alsmede 2. en 3. (telkens) "opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen" veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht maanden, waarvan vier maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren met bijzondere voorwaarden als in het arrest omschreven. Het dictum van het bestreden arrest houdt dienaangaande het volgende in:
"Stelt als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde verplicht is zich op uitnodiging van de reclassering te melden bij de reclassering (in Zutphen). Hierna zal veroordeelde zich blijven melden zo frequent en zolang de reclassering dit gedurende de proeftijd noodzakelijk acht.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde zich - indien de reclassering dat noodzakelijk acht - zal laten onderzoeken en behandelen bij GGZ Dimence of een soortgelijke ambulante (forensische) zorginstelling, waarbij de veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven. Ook als dat inhoudt een korte klinische opname voor de duur van maximaal zeven weken.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde gedurende de proeftijd op geen enkele wijze - direct of indirect - contact zal opnemen, zoeken of hebben met [betrokkene].
Geeft opdracht aan de Reclassering Nederland tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Beveelt dat voormelde voorwaarden en het uit te oefenen reclasseringstoezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn."
2.2.2.
Het Hof heeft ten aanzien van de strafoplegging onder meer het volgende overwogen:
"Met de rechter in eerste aanleg en de advocaat-generaal is het hof van oordeel dat, al het vorenstaande in overweging nemende, een deels voorwaardelijke gevangenisstraf passend en geboden is. Aan het voorwaardelijk deel worden de door de reclassering voorgestelde bijzondere voorwaarden verbonden om recidive te voorkomen en om verdachte te helpen zijn leven op orde te krijgen en/of te houden. De proeftijd wordt bepaald op (de Hoge Raad leest:) 2 jaren.
Omdat het hof van oordeel is dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen, zal het hof bevelen dat de bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar zijn."
2.3.
Art. 14e, eerste lid, Sr luidt:
"De rechter kan bij zijn uitspraak, ambtshalve of op vordering van het openbaar ministerie, bevelen dat de op grond van artikel 14c gestelde voorwaarden en het op grond van artikel 14d uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn, indien er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de veroordeelde wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen."
2.4.
Een rechterlijke uitspraak mag in de regel pas ten uitvoer worden gelegd nadat zij onherroepelijk is geworden. De in art. 14e Sr voorziene uitzondering op deze regel met betrekking tot de dadelijke uitvoerbaarheid van de op grond van art. 14c Sr gestelde bijzondere voorwaarden dan wel het op grond van art. 14d Sr uit te oefenen toezicht kan voor de veroordeelde verstrekkende gevolgen hebben. Mede gelet daarop zal de rechter in de motivering van zijn bevel tot dadelijke uitvoerbaarheid ervan blijk dienen te geven zich ervan te hebben vergewist dat aan de in art. 14e Sr gestelde voorwaarden is voldaan. (Vgl. HR 10 maart 2015, ECLI:NL:HR:2015:537, NJ 2015/236.)
2.5.
Het bestreden arrest voldoet niet aan deze motiveringsverplichting nu uit hetgeen hiervoor onder 2.2 is weergegeven niet zonder meer volgt dat de bewezenverklaarde feiten waren gericht tegen of gevaar veroorzaakten voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen en dat er voorts ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte wederom een dergelijk feit zal begaan.
2.6.
Het middel is terecht voorgesteld.De Hoge Raad zal om redenen van doelmatigheid de zaak zelf afdoen en voormeld bevel tot dadelijke uitvoerbaarheid vernietigen.

3.Slotsom

Nu de Hoge Raad geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, brengt hetgeen hiervoor is overwogen mee dat als volgt moet worden beslist.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak, doch uitsluitend ten aanzien van het bevel dat de in de bestreden uitspraak vermelde bijzondere voorwaarden en het reclasseringstoezicht dadelijk uitvoerbaar zijn;
verwerpt het beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en E.S.G.N.A.I. van de Griend, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
21 juni 2016.