ECLI:NL:HR:2016:1228

Hoge Raad

Datum uitspraak
17 juni 2016
Publicatiedatum
17 juni 2016
Zaaknummer
15/00793
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over beroepsaansprakelijkheid en bewijs overeengekomen opdracht

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 juni 2016 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure met zaaknummer 15/00793. De zaak betreft een geschil over beroepsaansprakelijkheid en de bewijsvoering van een overeengekomen opdracht. De eiser, wonende te [woonplaats], heeft beroep in cassatie ingesteld tegen de arresten van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Deze arresten zijn eerder gewezen op 27 augustus 2013 en 11 november 2014. De Hoge Raad verwijst naar de vonnissen van de rechtbank Arnhem van 29 september 2010 en 2 maart 2011, die aan de basis van het geschil liggen.

De advocaat van de eiser, mr. M.J. van Basten Batenburg, heeft de zaak toegelicht, terwijl de verweerder, FSV Accountants + Adviseurs B.V., werd bijgestaan door mr. M.S. van der Keur. De conclusie van de Advocaat-Generaal R.H. de Bock strekte tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat stelt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

In de beslissing heeft de Hoge Raad het beroep verworpen en de eiser veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 6.524,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken door raadsheer G. de Groot.

Uitspraak

17 juni 2016
Eerste Kamer
15/00793
LZ/EE
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[eiser],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. M.J. van Basten Batenburg,
t e g e n
FSV ACCOUNTANTS + ADVISEURS B.V.,
gevestigd te Zaltbommel,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: aanvankelijk mr. M.S. van der Keur en mr. A. van Staden ten Brink, thans mr. M.S. van der Keur.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [woonplaats] en FSV.

1.Het geding in feitelijke instantie

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 203773/HA ZA 10-1505 van de rechtbank Arnhem van 29 september 2010 en 2 maart 2011;
b. de arresten in de zaak 200.092.097 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 27 augustus 2013 en 11 november 2014.
De arresten van het hof zijn aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen de arresten van het hof heeft [woonplaats] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
FSV heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal R.H. de Bock strekt tot verwerping van het beroep.
De advocaat van [woonplaats] heeft bij brief van 5 april 2016 op die conclusie gereageerd.

3.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [woonplaats] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van FSV begroot op € 6.524,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, G. Snijders en M.V. Polak, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op
17 juni 2016.