ECLI:NL:HR:2016:1137

Hoge Raad

Datum uitspraak
10 juni 2016
Publicatiedatum
9 juni 2016
Zaaknummer
15/03233
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over bedrijfsongeval en bewijslast in arbeidsrechtelijke context

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 juni 2016 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een bedrijfsongeval. De verzoeker, die in deze procedure wordt aangeduid als [verzoeker], heeft cassatie ingesteld tegen de beschikking van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. De zaak betreft de vraag of het bedrijfsongeval daadwerkelijk heeft plaatsgevonden en wie de bewijslast draagt in deze kwestie. De Hoge Raad verwijst naar eerdere beschikkingen van het gerecht in eerste aanleg van Curaçao en het Gemeenschappelijk Hof van Justitie, waaruit blijkt dat er geen ongevalsrapportage beschikbaar was en dat er een bewijsaanbod was gepasseerd.

De advocaat-generaal P. Vlas heeft in zijn conclusie geadviseerd om het cassatieberoep te verwerpen. De Hoge Raad heeft de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet gegrond bevonden. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten niet tot cassatie kunnen leiden, omdat deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

In de beslissing heeft de Hoge Raad het beroep verworpen en de verzoeker veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van MNO zijn begroot op € 845,07 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De beschikking is openbaar uitgesproken door raadsheer G. de Groot.

Uitspraak

10 juni 2016
Eerste Kamer
15/03233
LZ/RB
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[verzoeker],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. K. Teuben,
t e g e n
1. Curaçao General ContractorsN.V.,
gevestigd te Curaçao,
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen,
e n
2. MNO VERVAT CURAÇAO N.V.,
gevestigd te Curaçao,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. S.F. Sagel.
Verzoeker zal hierna ook worden aangeduid als [verzoeker] en verweersters ieder afzonderlijk als CGC en MNO.

1.Het geding in feitelijke instantie

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de beschikkingen in de zaak 56382/2012 van het gerecht in eerste aanleg van Curaçao van 8 mei 2013 en 17 november 2014,
b. de beschikking in de zaak Ghis: 56382 – H 02/15 van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba van 28 april 2015.
De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen de beschikking van het hof heeft [verzoeker] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
MNO heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal P. Vlas strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van [verzoeker] heeft bij brief van 8 april 2016 op die conclusie gereageerd.

3.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [verzoeker] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van MNO begroot op € 845,07 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, en aan de zijde van CGC op nihil.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheer C.A. Streefkerk als voorzitter en de raadsheren A.H.T. Heisterkamp, G. de Groot, M.V. Polak en T.H. Tanja-van den Broek, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op
10 juni 2016.