ECLI:NL:HR:2016:1020

Hoge Raad

Datum uitspraak
31 mei 2016
Publicatiedatum
31 mei 2016
Zaaknummer
15/02522
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen arrest Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden inzake de classificatie van een aanhangwagen in het kader van de Wet wegvervoer goederen

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat op 24 februari 2015 is gewezen. De verdachte, geboren in 1959, heeft beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het hof, waarin een klacht werd behandeld over de verwerping van het verweer dat de aanhangwagen 'meerassig' was, terwijl het hof deze had gekwalificeerd als 'eenassig'. De Hoge Raad heeft op 31 mei 2016 uitspraak gedaan in deze zaak, onder nummer 15/02522. De advocaat van de verdachte, J.W. Elzinga-Snoek, heeft een middel van cassatie voorgesteld, dat aan het arrest is gehecht. De Advocaat-Generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het middel niet tot cassatie kan leiden, omdat het geen nadere motivering behoeft volgens artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO). De Hoge Raad verwerpt het beroep, en deze beslissing is genomen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, samen met de raadsheren J. de Hullu en H.A.G. Splinter-van Kan, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

31 mei 2016
Strafkamer
nr. S 15/02522
IF/AKA
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, van 24 februari 2015, nummer 21/003045-14, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1959.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft J.W. Elzinga-Snoek, advocaat te Groningen, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De raadsvrouw heeft daarop schriftelijk gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en H.A.G. Splinter-van Kan, in bijzijn van de waarnemend griffier A.C. ten Klooster, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
31 mei 2016.