Aan de linkerzijde van het hoofd van [slachtoffer] bevinden zich twee ruwrandige letsels van circa drie centimeter die reikten tot op het schedeldak. In het schedeldak zijn stukjes ijzer (staal) aangetroffen. Het is meer waarschijnlijk dat beide letsels tot stand zijn gekomen door één klap met een voorwerp met twee evenwijdige uitstulpingen (zoals klauwhamer of breekijzer) dan door twee klappen met een voorwerp dat geen uitstulpingen heeft. Midden op achterhoofd bevinden zich een huidkneuzing en een bloeduitstorting. Verder is er een ruwrandig letsel links van het borstbeen en een scherprandige snee in de linkerzijde van de borst van circa 17 centimeter met twee steekkanalen. Ter hoogte van het borstbeen is een scherprandige perforatie met steekkanaal tot in de borstholte, met een perforatie van het hart. In de gevonden steekkanalen zijn zowel hart als linkerlong meermalen geraakt, leidend tot massaal bloedverlies waardoor het overlijden is veroorzaakt. De steekletsels zijn het gevolg van steken met een snijdend voorwerp zoals een of meer messen. Alle genoemde letsels zijn bij leven opgelopen.
Op grond van het bovenstaande staat vast dat de dood van [slachtoffer] tussen 01.44 en 04.08 (het tijdstip waarop hij werd aangetroffen door de politie) is ingetreden en dat dit overlijden gepaard ging met geweld met twee verschillende wapens: 1. een voorwerp met twee evenwijdige uitstulpingen (zoals klauwhamer of breekijzer) en 2. een of meer messen.
Er is veel bloed aangetroffen in de slaapkamer van het slachtoffer: op de deur van de slaapkamer (nabij de deurklink), op de muur direct naast de deur, op de tapijtvloer tussen de deur en het bed, op het tweepersoonsbed (voornamelijk op het dekbed, hoeslaken en hoofdkussen van de rechter slaapplaats en op de houten rand van het voeteneinde). Verder zijn er nog bloedspatten aangetroffen op de kledingkast, het nachtkastje, de muur en het plafond.
Op het hoeslaken (onderlaken) van de linker bedhelft van het tweepersoonsbed in de slaapkamer van verdachte werden verkleuringen aangetroffen die door middel van tetra base positief werden getest als bloed. Dit betreft een bloedvlek op circa 15 cm onder het hoofdkussen.
In de wasmand die op de badkamer stond, werd onder een blauw geruit shirt (het bovenste kledingstuk in de wasmand) een nachthemd (wit, met rode roosachtige motieven) aangetroffen. Op dit nachthemd zijn verkleuringen aangetroffen die door middel van tetra base positief werden getest als bloed. Het betreft diverse contactsporen (dat wil zeggen, bloedsporen die zijn ontstaan doordat het nachthemd in aanraking is gekomen met een bebloed voorwerp). Daarnaast zijn aan de onderzijde van het nachthemd, ter plaatse van de stiknaad tussen de achterzijde en de voorzijde, nog twee sporen aangetroffen: een (niet nader te kwalificeren) bloedspoor en een bloedstolsel. Het DNA van de bemonsteringen van het bloed op het hoeslaken en de bloedsporen aan de onderzijde van het nachthemd, matcht met het DNA van [slachtoffer].
Het nachthemd betreft een aan verdachte toebehorend damesnachthemd dat uitsluitend door haar werd gedragen.
Toen de politieagenten ter plaatse kwamen, stond de voordeur van de woning open. In de woonkamer waren diverse lades van kasten opengetrokken. Verder lag er een tas op zijn kant met daarbij in de nabijheid enkele goederen die vermoedelijk uit die tas kwamen. Er waren geen braaksporen en er was ogenschijnlijk geen vluchtweg gecreëerd. Er zijn -met uitzondering van een foto- geen spullen uit de woning weggenomen.
(...)
Voorbedachte raad
Zoals reeds bij de vaststaande feiten is overwogen, is tegen [slachtoffer] geweld gebruikt met twee verschillende wapens: 1. een voorwerp met twee evenwijdige uitstulpingen (zoals klauwhamer of breekijzer) en 2. een of meer messen.
Ten aanzien van de volgorde waarin de verwondingen zijn toegebracht overweegt de rechtbank het navolgende. Volgens deskundige M. Roos van het NFI zijn de verwondingen aan het hoofd waarschijnlijk eerder toegebracht dan de verwondingen aan het bovenlichaam, gelet op de aangetroffen bloedsporen op het beddengoed en op [slachtoffer]. Omdat de verwondingen in het bovenlichaam waarschijnlijk meer bloedverlies zullen hebben opgeleverd dan de verwonding aan het hoofd, is de afwezigheid van grote(re) bloedsporen op het hoeslaken bij het hoofdkussen iets waarschijnlijker als er op dat moment nog geen verwondingen aan het bovenlichaam waren.
Er zijn twee scenario's denkbaar:
1. Verdachte is met de twee wapens naar [slachtoffer] toe gegaan en heeft hem eerst een klap op het hoofd gegeven en vervolgens met een mes meerdere malen gestoken.
2. Verdachte is met één wapen naar [slachtoffer] toe gegaan en heeft hem een klap op het hoofd gegeven. Vervolgens is zij een (of meer) messen gaan halen en terug gegaan en heeft zij hem meerdere malen gestoken.
In beide scenario's lag [slachtoffer] te slapen en werd hij in zijn slaap overvallen (zijn bril lag op het nachtkastje en het slachtoffer was zeer slechtziend).
Ten aanzien van het eerste scenario overweegt de rechtbank het navolgende. In dit scenario is verdachte midden in de nacht, terwijl [slachtoffer] lag te slapen, gewapend met meerdere wapens doelbewust naar [slachtoffer] toegelopen om hem eerst een klap om zijn hoofd te geven en vervolgens meerdere malen te steken. Deze elementen van de uiterlijke verschijningsvorm dragen de conclusie dat verdachte voorafgaande aan het slaan, maar ook toen zij meermalen met een mes op het slachtoffer instak, tijd en gelegenheid heeft gehad zich te beraden op wat zij aan het doen was en zich daar rekenschap van te geven.
In het tweede scenario is verdachte midden in de nacht, terwijl [slachtoffer] lag te slapen, gewapend met een slagvoorwerp naar [slachtoffer] toe gelopen en heeft hem een of meer klappen tegen zijn hoofd gegeven. Vervolgens heeft verdachte de slaapkamer verlaten om één (of meer) mes(sen) te halen en is zij, daarmee gewapend, naar [slachtoffer] teruggekeerd. Vervolgens heeft ze [slachtoffer] meerdere malen gestoken. Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit deze feiten en omstandigheden dat er meerdere momenten zijn geweest waarop verdachte voldoende tijd gehad om zich te beraden op het te nemen of het genomen besluit, zodat zij de gelegenheid heeft gehad na te denken over de betekenis en de gevolgen van haar voorgenomen daad en zich daarvan rekenschap te geven. Zij heeft voldoende tijd gehad om zich te beraden voordat zij de kamer binnenging en toen ze de kamer verliet om één (of meer) mes(sen) te halen, maar ook toen zij weer terug was in de slaapkamer en daarmee [slachtoffer] daadwerkelijk meerdere keren heeft gestoken.
In beide scenario's is de rechtbank aldus reeds op grond van de vorenstaande feiten en omstandigheden van oordeel dat er sprake is van voorbedachte raad. De rechtbank heeft zich beraden over de vraag of er sprake is van contra-indicaties die na weging in de weg zouden staan aan het trekken van deze conclusie. Verdachte heeft het feit volledig ontkend, zodat in ieder geval uit haar verklaring geen contra-indicaties zijn te putten die een ander zicht kunnen geven op de gang van zaken op de plaats van het delict. Ook overigens zijn dergelijke contra-indicaties niet aannemelijk geworden."