In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, hebben eisers, [eiser 1] en [eiseres 2], beroep in cassatie ingesteld tegen het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 3 december 2013. De zaak betreft een geschil over de vernietiging van een besluit van de Koninklijke Vereniging 'Het Friesch Paarden-Stamboek' (KFPS). De eisers, wonende in Duitsland, hebben hun zaak laten vertegenwoordigen door advocaat mr. J. den Hoed. Het hof had eerder in zijn arresten van 12 juni 2012 en 3 december 2013 geoordeeld over de toerekenbare tekortkoming en de schade die daaruit voortvloeit, evenals het causale verband en de onrechtmatige daad. De Hoge Raad heeft de conclusie van Advocaat-Generaal L. Timmerman gevolgd, die tot verwerping van het cassatieberoep strekte. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten van eisers niet tot cassatie konden leiden, en dat er geen nadere motivering nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en de eisers in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van KFPS op nihil zijn begroot. Deze uitspraak is gedaan op 3 april 2015.