ECLI:NL:HR:2015:70

Hoge Raad

Datum uitspraak
16 januari 2015
Publicatiedatum
15 januari 2015
Zaaknummer
13/04172
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van uitspraak Gerechtshof inzake rioolbelasting gemeente Nijmegen

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 16 januari 2015 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 23 juli 2013. De zaak betreft de aan een belanghebbende opgelegde aanslag in het rioolrecht voor het jaar 2006. De Hoge Raad heeft de eerdere uitspraak van het Gerechtshof vernietigd en de zaak terugverwezen naar het Gerechtshof voor verdere behandeling. De Hoge Raad oordeelde dat de verordening rioolbelasting 2006 van de gemeente Nijmegen niet in strijd was met de comptabiliteitsvoorschriften, en dat de dotatie aan het 'schommelfonds' voor vervangingsinvesteringen in hetzelfde jaar rechtmatig was. Het College had eerder beroep in cassatie ingesteld na een bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank te Arnhem door het Gerechtshof. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie gegrond verklaard, de eerdere uitspraken vernietigd en het beroep tegen de uitspraak van de heffingsambtenaar ongegrond verklaard. De proceskosten werden niet toegewezen.

Uitspraak

16 januari 2015
nr. 13/04172
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van het
college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen(hierna: het College) tegen de uitspraak van het
Gerechtshof ’s-Hertogenboschvan 23 juli 2013, nr. 12/00043, betreffende de aan
de erfgename van [A], gewoond hebbende te
[Z](hierna: belanghebbende) voor het jaar 2006 opgelegde aanslag in het rioolrecht van de gemeente Nijmegen. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.

1.Het eerste geding in cassatie

De uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem is bij arrest van de Hoge Raad van 6 januari 2012, nr. 10/03676, ECLI:NL:HR:2012:BR0676, vernietigd, met verwijzing van het geding naar het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch (hierna: het Hof) ter verdere behandeling en beslissing van de zaak met inachtneming van dat arrest.
Het Hof heeft de uitspraak van de Rechtbank te Arnhem bevestigd.

2.Het tweede geding in cassatie

Het College heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.
Het College heeft een conclusie van repliek ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van dupliek ingediend.

3.Beoordeling van het middel

Het middel slaagt op de gronden die zijn vermeld in het heden in de zaak met nummer 13/04173 gewezen arrest van de Hoge Raad, waarvan een geanonimiseerd afschrift aan dit arrest is gehecht.

4.Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

5.Beslissing

De Hoge Raad:
verklaart het beroep in cassatie gegrond,
vernietigt de uitspraak van het Hof, alsmede de uitspraak van de Rechtbank, en
verklaart het tegen de uitspraak van de heffingsambtenaar ingestelde beroep ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de vice-president R.J. Koopman als voorzitter, en de raadsheren C. Schaap, M.A. Fierstra, Th. Groeneveld en J. Wortel, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 16 januari 2015.