ECLI:NL:HR:2015:66

Hoge Raad

Datum uitspraak
16 januari 2015
Publicatiedatum
15 januari 2015
Zaaknummer
13/04174
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over de verordening rioolbelasting 2006 gemeente Nijmegen en comptabiliteitsvoorschriften

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 16 januari 2015 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen tegen de uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch. De zaak betreft de verordening rioolbelasting 2006 van de gemeente Nijmegen en de vraag of de dotatie aan een 'schommelfonds' voor vervangingsinvesteringen in hetzelfde jaar in strijd is met de comptabiliteitsvoorschriften die voor de gemeente gelden. De Hoge Raad heeft eerder in een arrest van 6 januari 2012, nr. 10/03697, de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem vernietigd en de zaak terugverwezen naar het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch voor verdere behandeling.

Het Gerechtshof heeft de uitspraak van de Rechtbank te Arnhem bevestigd, waarop het College cassatie heeft ingesteld. In de procedure zijn verschillende stukken ingediend, waaronder een verweerschrift van de belanghebbende en conclusies van repliek en dupliek van het College en de belanghebbende. De Hoge Raad heeft het middel beoordeeld en heeft geoordeeld dat het middel slaagt op de gronden die zijn vermeld in een eerder arrest van dezelfde datum, nummer 13/04173.

De Hoge Raad heeft vervolgens de uitspraak van het Gerechtshof en de uitspraak van de Rechtbank vernietigd en het beroep tegen de uitspraak van de heffingsambtenaar ongegrond verklaard. De Hoge Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is gewezen door vice-president R.J. Koopman als voorzitter, samen met de raadsheren C. Schaap, M.A. Fierstra, Th. Groeneveld en J. Wortel, en is openbaar uitgesproken op 16 januari 2015.

Uitspraak

16 januari 2015
nr. 13/04174
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van het
college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen(hierna: het College) tegen de uitspraak van het
Gerechtshof ’s-Hertogenboschvan 23 juli 2013, nr. 12/00042, betreffende de aan
[X]te
[Z](hierna: belanghebbende) voor het jaar 2006 opgelegde aanslag in het rioolrecht van de gemeente Nijmegen. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.

1.Het eerste geding in cassatie

De uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem is bij arrest van de Hoge Raad van 6 januari 2012, nr. 10/03697, ECLI:NL:HR:2012:BR0707, vernietigd, met verwijzing van het geding naar het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch (hierna: het Hof) ter verdere behandeling en beslissing van de zaak met inachtneming van dat arrest.
Het Hof heeft de uitspraak van de Rechtbank te Arnhem bevestigd.

2.Het tweede geding in cassatie

Het College heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.
Het College heeft een conclusie van repliek ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van dupliek ingediend.

3.Beoordeling van het middel

Het middel slaagt op de gronden die zijn vermeld in het heden in de zaak met nummer 13/04173 gewezen arrest van de Hoge Raad, waarvan een geanonimiseerd afschrift aan dit arrest is gehecht.

4.Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

5.Beslissing

De Hoge Raad:
verklaart het beroep in cassatie gegrond,
vernietigt de uitspraak van het Hof, alsmede de uitspraak van de Rechtbank, en
verklaart het tegen de uitspraak van de heffingsambtenaar ingestelde beroep ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de vice-president R.J. Koopman als voorzitter, en de raadsheren C. Schaap, M.A. Fierstra, Th. Groeneveld en J. Wortel, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 16 januari 2015.