ECLI:NL:HR:2015:504

Hoge Raad

Datum uitspraak
3 maart 2015
Publicatiedatum
3 maart 2015
Zaaknummer
13/02377
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen arrest Gerechtshof Den Haag inzake strafzaak

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van de verdachte tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag, gedateerd 26 februari 2013, met nummer 22/001950-06. De verdachte, geboren in 1959, heeft het beroep ingesteld via zijn advocaat mr. A. Sennef, die een middel van cassatie heeft voorgesteld. De schriftuur van het cassatieberoep is aan het arrest gehecht en maakt daar deel van uit. De Advocaat-Generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, waarop de advocaat van de verdachte, mr. R.J. van Eenennaam, schriftelijk heeft gereageerd.

De Hoge Raad heeft het middel beoordeeld en geconcludeerd dat het niet tot cassatie kan leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO), dat stelt dat geen nadere motivering vereist is wanneer het middel niet leidt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft derhalve het beroep verworpen.

De uitspraak is gedaan op 3 maart 2015 door de raadsheer B.C. de Savornin Lohman als voorzitter, samen met de raadsheren Y. Buruma en N. Jörg, in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Schnetz. De uitspraak vond plaats tijdens een openbare terechtzitting.

Uitspraak

3 maart 2015
Strafkamer
nr. 13/02377
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 26 februari 2013, nummer 22/001950-06, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1959.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. A. Sennef, advocaat te 's-Gravenhage, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
Mr. R.J. van Eenennaam, advocaat te 's-Gravenhage, heeft daarop schriftelijk gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer B.C. de Savornin Lohman als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en N. Jörg, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
3 maart 2015.