Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsvoering:
1. Een proces-verbaal van aangifte van politie Zeeland, Divisie Recherche, Recherche Team 1 Wal, nr. PL193C 2010088723-1, blz. 428-431 (map 2), in de wettelijke vorm opgemaakt en welk deel uitmaakt van het dossier gekenmerkt PL193C 2010088723, gesloten op 28 maart 2011, doorgenummerde pagina's 1- 1506 (onderzoek IJzeren), voor zover dit - zakelijk weergegeven - inhoudt als verklaring van [betrokkene 1]:
Op 25 oktober 2010 te 20.00 uur werd in mijn woning aan de [a-straat 1] te Vlissingen een overval gepleegd. Ik was samen met mijn zoontje van negen jaar oud aanwezig toen de voordeur bel ging. Toen ik de voordeur open deed voelde ik dat de deur verder open werd geduwd. Er kwamen twee mannen mijn woning binnen. Ik kreeg van een van de mannen een klap met een koevoet. Ik zag dat de andere man de woonkamer binnen liep. Ik kreeg meerdere klappen. De man begon te schreeuwen om geld. De andere man kwam met mijn zoon aan lopen met een mes.
Ik zag dat de andere man de kast had opengemaakt die in de woonkamer is. In deze kast liggen al onze waardevolle spullen, zoals juwelen. Hij maakte deze open met een sleutel. Later begreep ik dat hij deze sleutel van mijn zoontje had gekregen. Ik zag dat de man de kast in ging. Mijn zoon kwam op dat moment richting mij lopen. De man die bij mij stond liet mij toen los en liep naar buiten. Ik ben naar mijn zoon gegaan en heb hem beetgepakt. De man die in de kast was liep langs mij naar buiten. Ik zag dat de man allerlei tassen meenam. Ik weet niet precies wat er nu weg is genomen. Ik wil daar later een verklaring over afleggen. Gisteren hadden mijn vrouw en ik nog wel een duur sieraad voor haar gekocht. We hadden een ketting met een hanger gekocht van het merk Chopard. In het midden zitten 7 diamanten en een gouden hartje. We hadden hier 3500 euro voor betaald.
2. Een proces-verbaal van bevindingen, met bijlagen, van politie Zeeland, Divisie Recherche, Recherche Team 1 Wal, nr. PL193C 2010088723-18, blz. 437-442, met bijlagen (map 2), in de wettelijke vorm opgemaakt en welk deel uitmaakt van het dossier gekenmerkt PL193C 2010088723, gesloten op 28 maart 2011, doorgenummerde pagina's 1-1506 (onderzoek IJzeren), voor zover dit - zakelijk weergegeven - inhoudt als eigen waarneming of ondervinding van de desbetreffende verbalisanten:
Naar aanleiding van zijn aangifte terzake diefstal met geweld c.q. afpersing, gepleegd te Vlissingen op 25 oktober 2010 werd door de aangever [betrokkene 1] op 4 november 2010 per e-mail een lijst verstrekt met daarin opgenomen de tijdens de overval door de daders weggenomen goederen. Op deze lijst staan de volgende voorwerpen:
- Chopard hals ketting gouden ketting met gouden hart met 7 diamantjes en een goud hartje in het midden;
- Chopard oorbellen met ieder 3 diamantjes en rondom bezet met diamantjes;
- Chopard ring zelfde stijl als oorbellen rondom bezet met diamantjes en in het midden 1 bewegend diamantje;
- Chopard ring bezet met diamantjes in het woord love met 1 bewegend diamantje;
- Ring van goud met 38 diamantjes;
- 2 trouwringen, 1 alleen goud (twee kleuren wit en geel), 1 met 6 steentjes;
- Gouden ring bezet met steentjes;
- Gouden ring met briljant;
- Wit gouden ring met diamantjes;
- Ring geel goud met parel.
3. Een proces-ver baal van relaas van politie Zeeland, Divisie Recherche, Recherche Team 1 Wal, nr. PL193C 2010088723-34, blz. 11-47A, (map 1), in de wettelijke vorm opgemaakt en welk deel uitmaakt van het dossier gekenmerkt PL193C 2010088723, gesloten op 28 maart 2011, doorgenummerde pagina's 1-1506 (onderzoek IJzeren), voor zover dit - zakelijk weergegeven - inhoudt als eigen waarneming of ondervinding van de desbetreffende verbalisant:
(pag. 14-15)
Op 30 november 2010 werd met toestemming van de officier van justitie te Middelburg in het AVRO televisieprogramma "Opsporing Verzocht" bij de kijkers aandacht gevraagd voor de overval op de woning aan de [a-straat 1] te Vlissingen. Tijdens de uitzending werden (onder meer) afbeeldingen getoond van de weggenomen sieraden en tassen. Naar aanleiding van deze uitzending werd een 24-tal tips ontvangen en uitgerechercheerd. Een van deze tips heeft bruikbare informatie opgelegd voor het onderzoek naar de overval. Op 1 december 2010 is naar aanleiding van "Opsporing Verzocht" door [betrokkene 2] gemeld dat hij het collier, 2 oorstekers en een hanger in hartvorm van de tijdens de uitzending getoonde sieraden herkende. [betrokkene 2] had de sieraden voor een waardebepaling opgestuurd naar een kennis en zou de sieraden op 2 december weer terugkrijgen.
4. Een proces-verbaal van verhoor van politie Zeeland, Divisie Recherche, Recherche Team 1 Wal, nr. PL193C 2010088723-26, blz. 693-695 (map 2), in de wettelijke vorm opgemaakt en welk deel uitmaakt van het dossier gekenmerkt PL193C 2010088723, gesloten op 28 maart 2011, doorgenummerde pagina's 1-1506 (onderzoek IJzeren), voor zover dit - zakelijk weergegeven - inhoudt als verklaring van de getuige [betrokkene 2]:
Ik woon aan de [b-straat 1] te Middelburg.
Op 30 november 2010 keek ik op de televisie naar het programma "Opsporing Verzocht". In dat programma werd aandacht gevraagd voor de overval op [betrokkene 1]. Tijdens die uitzending werden sieraden getoond die ik herkende. Dat waren een collier, een hanger in hartvorm en twee oorstekers met steentjes in de vorm van een hartje. Ik heb deze sieraden gekocht voor EUR 550,--. Ik koop vaker sieraden. Die koop ik voor de goudprijs. Ik wilde er niet meer voor geven omdat ik niet wist wat het gewicht was van die steentjes en het glas dat in die sieraden zat. Ik kon daarom het goudgewicht niet goed bepalen. Ik heb de prijs van 550 euro genoemd en die werd meteen geaccepteerd. De sieraden heb ik naar een kennis gestuurd om de waarde en de echtheid ervan te achterhalen. Deze sieraden waren van het merk Chopard. Ik heb contact opgenomen met mijn kennis en ik denk dat ik morgen de sieraden weer in mijn bezit heb. Alles wat ik aan sieraden of goud koop schrijf ik in een officieel politieregister. In dat register is te zien dat ik de sieraden op 23 november 2010 heb gekocht van [betrokkene 3]. [betrokkene 3] is toen die dag geweest (het hof begrijpt in de woning van [betrokkene 2]). Hij kwam samen met een andere jongen. Dat was een kleurling. [betrokkene 3] heeft mij toen die sieraden laten zien en ik heb het van hem gekocht.
5. Een proces-verbaal van bevindingen met bijlagen van politie Zeeland, Divisie Recherche, Recherche Team 1 Wal, nr. PL193C 2010088723-29, blz. 698-701 (map 2), in de wettelijke vorm opgemaakt en welk deel uitmaakt van het dossier gekenmerkt PL193C 2010088723, gesloten op 28 maart 2011, doorgenummerde pagina's 1-1506 (onderzoek IJzeren), voor zover dit - zakelijk weergegeven - inhoudt als eigen waarneming of ondervinding van de desbetreffende verbalisant:
Op 2 december 2010 overhandigde de getuige [betrokkene 2] mij drie sieraden, te weten een halsketting met hanger in de vorm van een hart, merk Chopard, serienummer [001] en een paar oorknoppen, merk Chopard, serienummer [002]. Uit onderzoek is gebleken dat genoemde serienummers overeenkomen met de serienummers voorkomende op de certificaten die door aangever [betrokkene 1] zijn afgegeven aan de regiopolitie Zeeland en welke betrekking hebben op de bij de overval aan de [a-straat 1] in Vlissingen weggenomen sieraden.
Bijlagen
Een aantal echtheidscertificaten van Chopard onder andere betreffende:
- Ohrstecker Happy Diamonds, serien-nr: [002]
- Pendant with chain, 1 heart, 7 diam. serial number [001];
6. Een proces-verbaal van verhoor van politie Zeeland, Divisie Recherche, Recherche Team 1 Wal, nr. PL193C 2010088723-25, blz. 702-705 (map 2), in de wettelijke vorm opgemaakt en welk deel uitmaakt van het dossier gekenmerkt PL193C 2010088723, gesloten op 28 maart 2011, doorgenummerde pagina's 1-1506 (onderzoek IJzeren), voor zover dit - zakelijk weergegeven - inhoudt als verklaring van de getuige [betrokkene 3]:
Ik heb een relatie met de kleindochter van [betrokkene 2], [betrokkene 4].
Op 30 november 2010 belde [betrokkene 4] mij. Ze zei tegen mij dat ik gestolen sieraden naar [betrokkene 2] had gebracht. Ik zal u vertellen hoe ik met de sieraden bij opa ben gekomen. Op 23 november 2010 kwam [verdachte] (het hof begrijpt [verdachte]) bij mij thuis. Ik ken [verdachte] al een paar jaar. Hij woont bij mij in de straat, [c-straat 1] te Vlissingen. Hij komt geregeld bij mij thuis. Hij liet mij gouden sieraden zien, twee oorbellen in de vorm van een hartje en een ketting met daaraan een gouden hartje. De sieraden hoorden bij elkaar. [verdachte] vroeg of ik ze wilde kopen. Vroeger kocht ik nog wel eens sieraden maar dat doe ik al lang niet meer. Opa koopt wel goud in. Ik had geen interesse in de sieraden maar ik dacht dat opa dat misschien wel had. Ik heb opa gebeld om te vragen of hij interesse had. We zijn naar opa gegaan (het hof begrijpt naar de woning van [betrokkene 2] te Middelburg). Hij heeft toen de sieraden bekeken en gaf er 550 euro voor. Opa moest de koop in een schrift zetten maar omdat [verdachte] geen legitimatiebewijs bij zich had werd mijn naam in het schrift gezet. [verdachte] verkocht de sieraden voor iemand anders. Ik weet niet aan wie hij het geld heeft gegeven.
7. Een proces-verbaal van relaas van politie Zeeland, Divisie Recherche, Recherche Team 1 Wal, nr. PL193C 2010088723-34, blz. 11-47A, (map 1), in de wettelijke vorm opgemaakt en welk deel uitmaakt van het dossier gekenmerkt PL193C 2010088723, gesloten op 28 maart 2011, doorgenummerde pagina's 1-1506 (onderzoek IJzeren), voor zover dit - zakelijk weergegeven - inhoudt als eigen waarneming of ondervinding van de desbetreffende verbalisant:
(pag. 16)
Uit de verklaring van [betrokkene 3] bleek dat hij de bij de overval weggenomen sieraden zou hebben gekregen van ene "[verdachte]" die zou wonen aan de [c-straat 1] te Vlissingen. Blijkens GBA-controle betreft dit [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1989, wonende te [woonplaats].
8. Een proces-verbaal van verhoor van politie Zeeland, Divisie Recherche, Recherche Team 1 Wal, nr. PL193C 2010088723-35, blz. 61-66 (map 1), in de wettelijke vorm opgemaakt en welk deel uitmaakt van het dossier gekenmerkt PL193C 2010088723, gesloten op 28 maart 2011, doorgenummerde pagina's 1-1506 (onderzoek IJzeren), voor zover dit - zakelijk weergegeven - inhoudt als verklaring van de verdachte:
Ik heb de sieraden van [betrokkene 5] (fonetisch, het hof begrijpt [betrokkene 5]). Hij woont in [d-straat] (het hof begrijpt: te Vlissingen). Ik moest van hem de sieraden verkopen. Ik heb gezegd dat ik het wel voor hem kon verkopen. We zijn toen samen met de sieraden naar [A] geweest, dit is een winkel in de stad (het hof begrijpt: Vlissingen). We hebben het daar aangeboden. We hebben ringen aangeboden. Volgens mij waren dat 7 ringen. We hebben het op mijn naam ingeleverd. Ik heb [betrokkene 5] al het geld gegeven. 2 tot 3 dagen later kwam hij weer bij mij en toen had hij een ketting met een hartje en een paar oorbellen. Hij wilde dit ook verkopen. Ik ben naar [betrokkene 3] (het hof begrijpt [betrokkene 3]) gegaan met die ketting en die oorbellen. [betrokkene 3] kende wel iemand. Ik ben toen samen met hem naar opa (het hof begrijpt: [betrokkene 2]) gegaan in Middelburg. Opa heeft de spullen gekocht. Ik heb er 550 euro voor ontvangen. Ik heb dat geld aan [betrokkene 5] gegeven.
9. Een proces-verbaal van verhoor, met bijlagen, van politie Zeeland, Divisie Recherche, Recherche Team 1 Wal, nr. PL193C 2010088723-41, blz. 639-642 (map 2), in de wettelijke vorm opgemaakt en welk deel uitmaakt van het dossier gekenmerkt PL193C 2010088723, gesloten op 28 maart 2011, doorgenummerde pagina's 1-1506 (onderzoek IJzeren), voor zover dit - zakelijk weergegeven - inhoudt als verklaring van de getuige [betrokkene 6]:
Ik ben eigenaresse van de juwelierszaak [A] gevestigd te Vlissingen. Ik ben officieel opkoper van gouden sieraden. Ik houd hier ook een opkoopregister van bij. Ik herinner mij dat in de maand november 2010 een Surinaamse jongen met meerdere ringen bij mij is geweest. Totaal waren drie ringen 24 gram goud a 270 euro. Uit het register blijkt dat het 12 of 13 november 2010 is geweest. Ik weet nog dat de jongen samen was met een blanke man.
Bijlagen
- een opkoopregister, inhoudende dat een drietal ringen van 24 gram zijn opgekocht voor 270 euro en bevattende een handtekening van (naar het hof begrijpt) de verdachte;
- een kopie van een paspoort op naam van [verdachte].
10. Een proces-verbaal van verhoor van politie Zeeland, Divisie Recherche, Recherche Team 1 Wal, nr. PL193C 2010088723-42, blz. 70-73 (map 1), in de wettelijke vorm opgemaakt en welk deel uitmaakt van het dossier gekenmerkt PL193C 2010088723, gesloten op 28 maart 2011, doorgenummerde pagina's 1-1506 (onderzoek IJzeren), voor zover dit - zakelijk weergegeven - inhoudt als verklaring van de verdachte:
Verbalisanten: we laten je de inkooplijst (het hof begrijpt: het opkoopregister) van [A] zien.
Ik zal u vertellen dat de bedragen op de lijst kloppen. Ik ben de eerste keer bij de vrouw geweest, dat klopt. Toen heb ik drie ringen ingeleverd en 270 euro ontvangen. De tweede keer ben ik bij de man geweest in die zaak. Ik heb toen nog 4 ringen ingeleverd en daar 75 euro voor gekregen van de man. De eerste keer ben ik met [betrokkene 5] geweest, de tweede keer ben ik alleen geweest. Volgens mij was dat in dezelfde week. Ik kreeg de ringen allemaal tegelijk van [betrokkene 5] maar wilde ze niet in een keer verkopen. Ik dacht dat ze vals zouden gaan denken in de winkel van [A], daarom heb ik ze in twee keer verkocht. Ik heb eerst drie ringen aangeboden en later vier. De ringen waren van goud. In sommige zaten steentjes en in een van de ringen ging wat op en neer als je er mee schudde.
11. Een proces-verbaal van bevindingen, met bijlage, van politie Zeeland, Divisie Recherche, Recherche Team 1 Wal, nr. PL193C 2010088723-45, blz. 643-644 (map 2), in de wettelijke vorm opgemaakt en welk deel uitmaakt van het dossier gekenmerkt PL193C 2010088723, gesloten op 28 maart 2011, doorgenummerde pagina's 1-1506 (onderzoek IJzeren), voor zover dit - zakelijk weergegeven - inhoudt als eigen waarneming of ondervinding van de desbetreffende verbalisant:
Naar aanleiding van de verklaring van verdachte dat hij enkele dagen na het inleveren van sieraden bij juwelier [A] te Vlissingen, nog vier ringen had ingeleverd aldaar, is door mij een nader onderzoek ingesteld bij [A].
Op 12 januari 2011 vroeg ik aan de eigenaresse van [A], [betrokkene 6] om nogmaals in haar opkoopregister te kijken. Uit het opkoopregister bleek dat [verdachte] op 22 november 2010 4 ringen had ingeleverd en daar 75 euro voor had gekregen. Hij had zich gelegitimeerd met zijn ID-kaart.
Bijlagen
- een opkoopregister, inhoudende dat een viertal ringen van 5 gram zijn opgekocht voor 75 euro en bevattende een handtekening van (naar het hof begrijpt) de verdachte.
12. De verklaring van de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep, voor zover deze - zakelijk weergegeven - inhoudt:
Het is juist dat ik bij [betrokkene 2] ben geweest met sieraden: Die sieraden heb ik gekregen van [betrokkene 5]. Hij had mij gevraagd of ik voor hem die sieraden wilde verkopen en dat heb ik gedaan. Ik ken zijn achternaam niet. Volgens mij is het [betrokkene 5] of zoiets (het hof begrijpt: [betrokkene 5]) Volgens mij is [betrokkene 5] 18 jaar. Ik kende hem van het voetballen. Hij zat toen nog op school. Verder weet ik niets van hem.
Ik heb niet aan [betrokkene 5] gevraagd waarom hij de sieraden niet zelf verkocht.
De sieraden betroffen 7 ringen, een ketting, een hanger en een paar oorbellen. [betrokkene 5] heeft me niet gezegd hoe hij aan die sieraden was gekomen en ik heb het hem niet gevraagd.
Hij had de sieraden in zijn zak zitten. Hij heeft me ook niet verteld waarom hij de sieraden wilde verkopen.
Ik ben met [betrokkene 3] naar [betrokkene 2] gegaan. [betrokkene 5] zou op mij wachten in [d-straat] (het hof begrijpt: te Vlissingen). Ik had [betrokkene 3] gevraagd of hij de sieraden wilde kopen van mij. Hij zei nee tegen mij, maar hij wist dat [betrokkene 2] ze wel zou willen kopen.
[betrokkene 5] is wel met mij meegegaan naar de juwelier [A] in Vlissingen. Hij is niet meegegaan naar [betrokkene 2]. Ik weet niet waarom hij toen niet mee ging.
Ik heb [betrokkene 5] willen helpen. Ik heb voor de sieraden van [betrokkene 2] een bedrag van EUR 550,-- gekregen en dit geld heb ik aan [betrokkene 5] gegeven. Ik heb er zelf niets van gekregen.
Het klopt dat ik ook een aantal ringen heb verkocht aan [A] juweliers in Vlissingen. Ook die sieraden waren van [betrokkene 5]. Ik ben eerst gevraagd om die sieraden te verkopen bij [A].
U, voorzitter, houdt mij voor dat ik blijkens het dossier 3 ringen heb verkocht aan [A] en dat ik daar een bedrag van EUR 270,-- voor heb gekregen en dat ik voor 4 andere ringen een bedrag van EUR 75,-- heb gekregen. Dat kan wel kloppen. Ik weet niet waarom ik die ringen moest verkopen. Ik heb dat niet aan [betrokkene 5] gevraagd. Ik heb hem ook niet gevraagd waarom hij ze zelf niet ging verkopen.
Ik heb de sieraden die ik aan [betrokkene 2] heb verkocht, op een ander moment gekregen van [betrokkene 5]. Toen ging het om een ketting, een hanger en een paar oorbellen.
Ik vond het niet vreemd dat zo'n jonge jongen met die sieraden rond liep. Het was voor mij de eerste keer en ik ben op dat moment niet gaan nadenken.
Ik heb [betrokkene 5] niet gevraagd hoe hij aan die spullen kwam. Ik heb hem ook niet gevraagd waarom hij de sieraden niet zelf ging verkopen. Hij heeft mij op straat gevraagd om dat voor hem te doen en dat heb ik vervolgens ook gedaan."