ECLI:NL:HR:2015:45

Hoge Raad

Datum uitspraak
6 januari 2015
Publicatiedatum
9 januari 2015
Zaaknummer
14/01168
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen arrest Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden inzake afwijzing vordering TBS

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 6 januari 2015 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat op 10 februari 2014 was gewezen. De zaak betreft een strafzaak tegen een verdachte, geboren in 1966, waarbij de verdachte en de Advocaat-Generaal bij het Hof in cassatie zijn gegaan. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. M.L.M. van der Voet, heeft middelen van cassatie voorgesteld, die aan het arrest zijn gehecht. De Advocaat-Generaal E.J. Hofstee heeft geconcludeerd tot verwerping van de beroepen.

De Hoge Raad heeft de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat, gezien artikel 81 RO, er geen nadere motivering nodig is, omdat de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft derhalve de beroepen verworpen, wat betekent dat het arrest van het Gerechtshof in stand blijft.

Deze uitspraak is van belang voor de rechtsontwikkeling, vooral in zaken die betrekking hebben op de afwijzing van vorderingen tot TBS. De beslissing van de Hoge Raad bevestigt de eerdere uitspraak van het Gerechtshof en onderstreept de noodzaak voor duidelijke en onderbouwde middelen in cassatieprocedures.

Uitspraak

6 januari 2015
Strafkamer
nr. 14/01168
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 10 februari 2014, nummer 21/004088-13, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1966.

1.Geding in cassatie

De beroepen zijn ingesteld door de verdachte en de Advocaat-Generaal bij het Hof.
Namens de verdachte heeft mr. M.L.M. van der Voet, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal bij het Hof heeft bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De raadsman van de verdachte heeft het beroep van het Openbaar Ministerie tegengesproken.
De Advocaat-Generaal E.J. Hofstee heeft geconcludeerd tot verwerping van de beroepen.

2.Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt de beroepen.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en V. van den Brink, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
6 januari 2015.