ECLI:NL:HR:2015:393

Hoge Raad

Datum uitspraak
20 februari 2015
Publicatiedatum
19 februari 2015
Zaaknummer
13/04498
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelarrest inzake proceskostenveroordeling in cassatie door de Hoge Raad

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 januari 2015 een arrest uitgesproken, waarin de Gemeente Haarlem als eiseres tot cassatie werd aangeduid. De advocaat van de Gemeente heeft op 13 januari 2015 verzocht om herstel van het dictum van dat arrest op basis van artikel 31 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Het oorspronkelijke dictum in het incidentele beroep hield in dat het beroep werd verworpen en dat de Gemeente werd veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, begroot op € 68,07 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris aan de zijde van de verweerster. De Gemeente verzocht om het arrest te verbeteren, zodat de verweerster in de kosten van het geding in cassatie zou worden veroordeeld.

De Hoge Raad heeft vastgesteld dat er sprake was van een kennelijke fout in het arrest, die eenvoudig te herstellen was. De Procureur-Generaal had de gelegenheid om aanvullend te concluderen, maar heeft daarvan afgezien. De Hoge Raad heeft het dictum in het incidentele beroep verbeterd, zodat het nu luidt dat de verweerster in de kosten van het geding in cassatie wordt veroordeeld, met de kosten aan de zijde van de Gemeente begroot op € 68,07 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.

De beslissing van de Hoge Raad op 20 februari 2015 houdt in dat het dictum van het arrest van 9 januari 2015 wordt verbeterd zoals hierboven vermeld, en dat deze verbetering op de minuut van dat arrest wordt gesteld. Het arrest is gewezen door vice-president E.J. Numann als voorzitter en de raadsheren C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, M.V. Polak en T.H. Tanja-van den Broek, en is in het openbaar uitgesproken door raadsheer M.V. Polak.

Uitspraak

20 februari 2015
Eerste Kamer
nr. 13/04498
AS
Hoge Raad der Nederlanden
Herstelarrest
in de zaak van:
De GEMEENTE HAARLEM,
zetelende te Haarlem,
EISERES tot cassatie, verweerster in het voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep,
advocaat: mr. M.W. Scheltema,
t e g e n
[verweerster],
gevestigd te [vestigingsplaats],
VERWEERSTER in cassatie, eiseres in het voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep,
advocaat: mr. J.A.M.A. Sluysmans.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de Gemeente en [verweerster].

1.Het arrest in dit geding

1.1
De Hoge Raad heeft in deze zaak op 9 januari 2015 een arrest uitgesproken. Bij brief van 13 januari 2015 heeft de advocaat van de Gemeente de Hoge Raad verzocht het dictum van dat arrest op de voet van art. 31 Rv te herstellen. Het dictum in het incidentele beroep luidt:
“in het incidentele beroep:
verwerpt het beroep;
veroordeelt de Gemeente in de kosten van het geding
in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerster] begroot op € 68,07 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.”
De Gemeente heeft verzocht het arrest aldus te verbeteren, dat in het incidentele beroep [verweerster] in de kosten van het geding in cassatie wordt veroordeeld.
De advocaat van [verweerster] heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de Hoge Raad.
De Procureur-Generaal is in de gelegenheid gesteld aanvullend te concluderen, maar heeft daarvan afgezien.
1.2
De Hoge Raad stelt vast dat in het arrest sprake is van een kennelijke fout die zich voor eenvoudig herstel leent. De Hoge Raad zal de fout op de voet van art. 31 Rv verbeteren.
1.3
Het dictum in het incidentele beroep dient als volgt te worden gelezen:
“in het incidentele beroep:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [verweerster] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Gemeente begroot op € 68,07 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.”

2.Beslissing

De Hoge Raad:
verbetert het dictum van het op 9 januari 2015 in deze zaak uitgesproken arrest op de wijze als hiervoor in 1.3 vermeld;
stelt de verbetering op de minuut van dat arrest.
Dit arrest is gewezen door de vice-president E.J. Numann als voorzitter en de raadsheren C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, M.V. Polak en T.H. Tanja-van den Broek, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.V. Polak op
20 februari 2015.