ECLI:NL:HR:2015:3558

Hoge Raad

Datum uitspraak
11 december 2015
Publicatiedatum
10 december 2015
Zaaknummer
15/03860
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid van het beroep in cassatie inzake aanslag inkomstenbelasting en heffingsrente

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 december 2015 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van een beroep in cassatie dat was ingesteld tegen een uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch. Het beroep in cassatie was ingesteld namens [X] te [Z] tegen de uitspraak van het Gerechtshof van 9 juli 2015, betreffende de aan [X] opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting en de daarbij gegeven beschikking inzake heffingsrente. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de indiener van het beroepschrift in cassatie niet heeft voldaan aan een verzoek van de griffier om een bewijsstuk van de aan hem verstrekte volmacht of een verklaring van degene namens wie hij beroep in cassatie heeft ingesteld. Hierdoor is de Hoge Raad tot de conclusie gekomen dat het beroep in cassatie onbevoegdelijk is ingesteld. De Hoge Raad heeft daarom het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaard. Tevens heeft de Hoge Raad geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten.

Uitspraak

11 december 2015
Nr. 15/03860
Arrest
gewezen op het door
[A]te
[Q]ingestelde beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch van 9 juli 2015, nr. 14/00346, betreffende de aan [X] te [Z] voor het jaar 2009 opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en de daarbij gegeven beschikking inzake heffingsrente.

1.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

Het beroep in cassatie is volgens het beroepschrift ingesteld namens [X] te [Z].
Bij aangetekende brief van 21 augustus 2015, die volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL is afgeleverd op het door de indiener van het beroepschrift in cassatie opgegeven adres, heeft de griffier van de Hoge Raad de indiener van het beroepschrift in cassatie verzocht binnen zes weken na de dagtekening van deze brief een bewijsstuk van de aan hem verstrekte volmacht tot het indienen van het beroepschrift in cassatie over te leggen, dan wel een verklaring van degene namens wie hij beroep in cassatie heeft ingesteld, dat deze daarmee instemt. De indiener van het beroepschrift in cassatie is evenwel in gebreke gebleven aan dat verzoek te voldoen. Daarom gaat de Hoge Raad ervan uit dat het beroep in cassatie onbevoegdelijk is ingesteld, en zal de Hoge Raad om die reden het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.

2.Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.A.C.A. Overgaauw als voorzitter, en de raadsheren P.M.F. van Loon en L.F. van Kalmthout, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 11 december 2015.