Uitspraak
wonende te [woonplaats],
wonende te [woonplaats], Denemarken,
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
3.Uitgangspunten in cassatie
- i) Partijen zijn op 28 december 1971 gehuwd.
- ii) Bij voormelde beschikking is een door de man te betalen uitkering tot levensonderhoud van de vrouw van € 1.835,-- per maand bepaald, met ingang van de datum van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking. Ingevolge de wettelijke indexering bedraagt de alimentatie met ingang van 1 januari 2012 € 2.074,09 per maand.
- iii) De man is geboren op [geboortedatum] 1947 en is op 1 augustus 2012 met ouderdomspensioen gegaan. Zijn pensioenuitkering bedroeg € 2.194,-- bruto per maand. Zijn Nederlandse AOW bedraagt € 694,-- bruto per maand, exclusief vakantietoeslag, te verhogen met de zogenoemde KOB-uitkering van € 28,-- bruto per maand. Zijn Deense AOW bedraagt € 17,-- netto per maand. De man is hertrouwd en zijn echtgenote voorziet in eigen levensonderhoud.
- iv) De vrouw is geboren op [geboortedatum] 1952. Zij is alleenstaand. Met ingang van 1 augustus 2012 ontvangt zij € 1.143,66 bruto per maand als aandeel in het ouderdomspensioen van de man.
4.Beoordeling van de middelen in het principale beroep
5.Beoordeling van het middel in het incidentele beroep
6.Beslissing
4 december 2015.