Uitspraak
FIRMA HAUCK GMBH & CO. KG,
gevestigd te Sonnefeld, Duitsland,
STOKKE A/S,
gevestigd te Skodje, Noorwegen,
gevestigd te Tilburg,
wonende te [woonplaats] , Noorwegen,
[verweerster 4] ,
gevestigd te [vestigingsplaats] , Noorwegen,
Hoge Raad
In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gekomen, betreft het een merkenrechtelijk geschil over de Tripp Trapp-kinderstoel. De eiseres, Hauck GmbH & Co. KG, heeft cassatie ingesteld tegen de vennootschappen Stokke A/S en Stokke Nederland B.V., die als verweerders optreden. De zaak is ontstaan na een eerdere uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU) die op 18 september 2014 heeft geoordeeld over de nietigheid van het vormmerk van de Tripp Trapp-stoel. De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 12 april 2013 vragen van uitleg aan het HvJEU gesteld over de toepasselijkheid van de Merkenrichtlijn, specifiek over de gronden voor weigering van inschrijving van een merk.
De Hoge Raad heeft in deze uitspraak geoordeeld dat de vorm van de Tripp Trapp-stoel niet uitsluitend in de uitgesloten vormen bestaat en dat de vorm deels door de aard van de waar wordt bepaald. De Hoge Raad heeft de conclusie van de Advocaat-Generaal gevolgd, die tot vernietiging en verwijzing strekte. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de vorm van de Tripp Trapp-stoel moet worden beoordeeld aan de hand van de uitsluitingsgronden van de Merkenrichtlijn, en dat de eerder gegeven antwoorden van het HvJEU in acht moeten worden genomen.
De Hoge Raad heeft het arrest van het gerechtshof te 's-Gravenhage vernietigd en de zaak verwezen naar het gerechtshof Amsterdam voor verdere behandeling. Tevens is Hauck veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, inclusief de kosten van de behandeling bij het HvJEU. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 27 november 2015.