Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van het tweede middel
3.Slotsom
17 november 2015.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om de betekenis van een voormalig GBA-adres dat door de verdachte is opgegeven bij het instellen van hoger beroep. De verdachte, geboren in 1982, had bij het indienen van het hoger beroep op 5 september 2013 een adres opgegeven waar hij eerder ingeschreven stond tot 20 september 2012. Het Hof kon niet zonder meer concluderen dat de verdachte dit adres niet meer wenste te handhaven voor de ontvangst van de appeldagvaarding, ondanks dat er een nieuw GBA-adres bekend was. De Advocaat-Generaal D.J.C. Aben concludeerde tot verwerping van het beroep, maar het Hof had moeten onderzoeken of de verdachte in de gelegenheid was gesteld om bij de zitting aanwezig te zijn. Dit onderzoek is niet uitgevoerd, wat leidt tot nietigheid van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep. De Hoge Raad vernietigt de bestreden uitspraak en wijst de zaak terug naar het Gerechtshof 's-Hertogenbosch voor hernieuwde behandeling. De uitspraak is gedaan op 17 november 2015.