ECLI:NL:HR:2015:3192

Hoge Raad

Datum uitspraak
30 oktober 2015
Publicatiedatum
30 oktober 2015
Zaaknummer
14/04648
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Contractuele geschillen en bedrijfsschade door afsluiten telefoonlijnen door provider

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 30 oktober 2015 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen PROFESSIONAL BUSINESS SERVICES GROUP B.V. (PBSG) en KPN B.V. en KONINKLIJKE KPN N.V. (KPN c.s.). PBSG, gevestigd te Amsterdam, heeft cassatie ingesteld tegen eerdere arresten van het gerechtshof Den Haag, die betrekking hadden op bedrijfsschade die PBSG zou hebben geleden door het afsluiten van telefoonlijnen door KPN. De zaak draait om de vraag of KPN misbruik heeft gemaakt van zijn economische machtspositie en of er een causaal verband bestaat tussen de handelingen van KPN en de schade die PBSG heeft geleden.

De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen en arresten in de feitelijke instanties, waaronder vonnissen van de rechtbank Den Haag en arresten van het gerechtshof. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van het beroep van PBSG tegen KPN N.V. en tot verwerping van het principale beroep voor het overige. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten van PBSG niet tot cassatie kunnen leiden, omdat deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het principale beroep van PBSG en veroordeelt hen in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van KPN c.s. zijn begroot op € 841,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Dit arrest is gewezen door vice-president E.J. Numann en andere raadsheren, en openbaar uitgesproken door raadsheer G. de Groot.

Uitspraak

30 oktober 2015
Eerste Kamer
14/04648
RM/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
PROFESSIONAL BUSINESS SERVICES GROUP B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
EISERES tot cassatie, verweerster in het voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep,
advocaat: mr. F.E. Vermeulen,
t e g e n
1. KPN B.V.,
gevestigd te 's-Gravenhage,
2. KONINKLIJKE KPN N.V.,
gevestigd te 's-Gravenhage,
VERWEERSTER in cassatie, eiseressen in het voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep,
advocaat: mr. K. Teuben.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als PBSG en KPN c.s.

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 250240 / HA ZA 05-2935 van de rechtbank ’s-Gravenhage van 29 november 2006 en 18 juli 2007;
b. de arresten in de zaak 105.007.511/02 en 105.007.668/02 van het gerechtshof Den Haag van 26 juni 2008, 11 september 2012, 9 juli 2013, 31 december 2013 en 10 juni 2014.
De arresten van het hof zijn aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen de arresten van het hof van 11 september 2012, 9 juli 2013, 31 december 2013 en 10 juni 2014 heeft PBSG beroep in cassatie ingesteld. KPN c.s. hebben voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep ingesteld.
De cassatiedagvaarding en de conclusie van antwoord tevens houdende incidenteel cassatieberoep zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit.
Partijen hebben over en weer geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten, voor PBSG mede door mr. B.F.L.M. Schim en voor KPN c.s. mede door mr. G.C. Nieuwland.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier strekt tot niet-ontvankelijkverklaring van het beroep van PBSG tegen KPN N.V. en tot verwerping van het principale beroep voor het overige.
De advocaat van PBSG heeft bij brief van 28 augustus 2015 op die conclusie gereageerd.

3.Beoordeling van het middel in het principale beroep

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Nu het middel in het principale beroep faalt, komt het voorwaardelijk ingestelde incidentele beroep niet aan de orde.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het principale beroep;
veroordeelt PBSG in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van KPN c.s. begroot op € 841,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president E.J. Numann als voorzitter en de raadsheren A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, M.V. Polak en V. van den Brink, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op
30 oktober 2015.