Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest van 10 juni 2014
KPN B.V. (voorheen genaamd KPN TELECOM B.V.),
PROFESSIONAL BUSINESS SERVICES GROUP B.V.,gevestigd te Amsterdam,
PROFESSIONAL BUSINESS SERVICES GROUP B.V.,gevestigd te Amsterdam,
gevestigd te ’s-Gravenhage,
hierna te noemen: KPN N.V.,
hierna te noemen: KPN,
hierna gezamenlijk te noemen: KPN c.s.,
advocaat: mr. H.E. Eelkman Rooda te Rotterdam.
Het verdere verloop van het geding
In tussenarrest 3 is PBSG toegelaten tot nadere bewijslevering. Op 23 januari 2014 en 7 februari 2014 heeft PBSG een vijftal getuigen doen horen. KPN heeft afgezien van het leveren van tegenbewijs. Hierna heeft PBSG een zogenoemde akte na enquête genomen en KPN een conclusie na enquête.
De verdere beoordeling van de beroepen
tot vermindering van de vergoedingsplicht van KPN behoort te leiden.
b) dat/in hoeverre zij dit daadwerkelijk had kunnen aanwenden voor het verstrekken van een lening aan of ten behoeve van TTT, in verband waarmee van belang is aan welke andere verplichtingen zij in de periode rond 6 september 2000 en daarna diende te voldoen;
c) dat en, zo ja, onder welke voorwaarden en binnen welke termijn de Rabobank akkoord zou zijn gegaan met de aanwending van (een deel van) het aan InfoProfs verleende rekening-courant krediet voor het verstrekken van een lening ten behoeve van TTT;
d) dat – gelet op het bepaalde in art. 25 lid 6 WOR – de personeelsvertegenwoordiging van InfoProfs voor 6 september 2000 positief zou hebben geadviseerd over het aanwenden van de liquide middelen en het bankkrediet van InfoProfs ten behoeve van TTT; en
e) dat ook het managementteam van InfoProfs hieraan zijn medewerking zou hebben verleend.
7. PBSG heeft in het kader van de bewijslevering haar directeur, de heer [getuige sub 1], de registeraccountant van de PBSG-groep, de heer [getuige sub 2], twee managers van InfoProfs, te weten de heren [getuige sub 3] en [getuige sub 4], alsmede een werknemer van InfoProfs, de heer [getuige sub 5] doen horen. Daarnaast heeft zij een schriftelijke verklaring overgelegd van de toenmalige boekhouder van de PBSG-groep, de heer [getuige sub 6]. Laatstgenoemde kon wegens ziekte niet in persoon als getuige worden gehoord.
"Als in de brief had gestaan dat bij niet betaling binnen tien dagen alle lijnen zouden worden afgesloten, dan zouden we binnen die termijn betaald hebben en vervolgens het besluit alle providers af te sluiten aanvechten. Ik bedoel hiermee: als we hadden geweten van de afsluiting dan hadden we zeker binnen die tien dagen betaald om een faillissement te voorkomen".Volgens [getuige sub 1] had PBSG de factuur kunnen voldoen door een (interim) dividenduitkering van InfoProfs aan PBSG. Een interim-dividenduitkering binnen tien dagen behoorde tot de mogelijkheden, omdat de ondernemingsstructuur van de PBSG-groep daarvoor overzichtelijk genoeg was, het had hoogstens een paar dagen geduurd omdat er boekhoudkundig wel het een en ander had moeten worden geregeld: er zou een tussentijdse balans moeten worden opgemaakt, om aan te tonen dat aan de statutaire voorwaarden voor een uitkering zou zijn voldaan. Uit de verklaring van de boekhouder en het bijgevoegde staatje blijkt volgens [getuige sub 1] dat InfoProfs ook over voldoende liquiditeit beschikte om de betaling te kunnen doen. [getuige sub 1] verklaarde verder dat een lening van InfoProfs aan TTT nooit aan de orde is geweest, omdat de managers van InfoProfs de balans van TTT bestudeerd zouden hebben en tot de conclusie zouden zijn gekomen dat een lening niet verantwoord zou zijn, omdat TTT het bedrag nooit zou kunnen terug betalen.
"Gezien bovenstaande is KPN genoodzaakt tot de volgende actie te moeten overgaan. Indien voor dinsdag 22 augustus geen betaling of een betalingsregeling voor de totale schuld bij KPN is ontvangen, zal KPN de lijnen waarover TTT Europe beschikt dinsdag 23 augustus buiten dienst stellen".[getuige sub 1] verklaarde hierover immers:
"De maandagmiddag dat wij de brief ontvingen, gingen wij er nog vanuit dat wij via andere providers konden doorbellen. De paniek aan onze kan werd pas groot, toen de volgende dag bleek dat alles afgesloten was en bellen via andere providers onmogelijk was. Toen we de brief ontvingen gingen we ervan uit dat KPN een invorderingsprocedure zou starten en dat dit enige weken zou gaan duren. De tien dagen periode is pas in deze procedure naar voren gekomen. We waren er eerlijk gezegd niet mee bezig".Mede gezien die houding is het naar het oordeel van het hof zeer onaannemelijk, dat TTT – wanneer in de brief van KPN wel de juiste termijn van tien dagen had gestaan – direct alles op alles had gezet om de financiering rond te krijgen en dat het haar ook was gelukt. Tot ontvangst van de brief van 25 augustus 2000 had TTT immers niets gedaan om een financiering rond te krijgen, en ook direct na ontvangst van die brief was kennelijk de ernst van de situatie nog niet tot TTT doorgedrongen.