ECLI:NL:HR:2015:3168

Hoge Raad

Datum uitspraak
27 oktober 2015
Publicatiedatum
27 oktober 2015
Zaaknummer
13/05599
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over witwassen en oplichting met betrekking tot 419-fraude

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 27 oktober 2015 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag. De verdachte was eerder veroordeeld voor witwassen en oplichting, waarbij hij betrokken was bij een zogenaamde 419-fraude. De Hoge Raad heeft de zaak gedeeltelijk vernietigd en terugverwezen naar het Gerechtshof voor herbehandeling van de strafoplegging en de beslissingen omtrent het tenlastegelegde witwassen. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof onvoldoende had gemotiveerd dat de verdachte de werkelijke aard, herkomst en verplaatsing van het geldbedrag had verborgen of verhuld, zoals vereist onder artikel 420bis van het Wetboek van Strafrecht. De Hoge Raad herhaalde eerdere jurisprudentie en benadrukte dat enkel het voorhanden hebben van een geldbedrag dat afkomstig is uit een misdrijf niet automatisch leidt tot een veroordeling voor witwassen. De zaak betreft een complex van feiten waarbij de verdachte en zijn medeverdachten slachtoffers hebben benaderd met valse beloften en hen hebben bewogen tot het overmaken van geldbedragen. De Hoge Raad concludeerde dat de bewezenverklaring van het witwassen niet voldeed aan de eisen van de wet, omdat niet kon worden vastgesteld dat de verdachte ook daadwerkelijk de criminele herkomst van het geld had verborgen. De zaak is terugverwezen naar het Gerechtshof Den Haag voor een nieuwe behandeling.

Uitspraak

27 oktober 2015
Strafkamer
nr. S 13/05599
LBS/SG
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 25 oktober 2013, nummer 22/003283-10, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1965.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. M.J.N. Vermeij, advocaat te 's-Gravenhage, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de beslissingen ter zake van het onder 2 tenlastegelegde en de strafoplegging en tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof Den Haag, opdat de zaak in zoverre op het bestaande beroep opnieuw zal worden berecht en afgedaan en tot verwerping van het beroep voor het overige.

2.Beoordeling van het vierde middel

2.1.
Het middel klaagt over het oordeel van het Hof dat het onder 2 bewezenverklaarde "witwassen" oplevert.
2.2.1.
Het Hof heeft ten laste van de verdachte bewezenverklaard dat:
"1.
hij op tijdstippen in de periode van 26 oktober 2004 tot en met 09 mei 2005, te Amsterdam en/of elders in Nederland, telkens tezamen en in vereniging met een ander of anderen, telkens met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen telkens door het aannemen van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels:
[betrokkene 1] (...) heeft bewogen tot de afgifte van geldbedragen (te weten: 11.000 euro en 9.269 Amerikaanse dollars, hebbende verdachte en zijn mededader(s) toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
- voornoemde persoon via E-mails en telefonisch benaderd en gevraagd om zijn medewerking te verlenen aan financiële transacties door het ter beschikking stellen van zijn bankrekening om een groot geldbedrag te ontvangen, waarbij werd aangegeven waar het geld van afkomstig was en
- aan voornoemde persoon officieel uitziende documenten van een bank en/of (overheids)instellingen met betrekking tot de financiële transacties gemaild en
- voornoemde persoon uitgenodigd naar een vastgestelde locatie in Nederland te reizen/komen, waarbij hem een koffer met geld werd getoond, waardoor [betrokkene 1] telkens werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
2.
hij op 27 juni 2005, te Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander van een voorwerp, te weten een geldbedrag (te weten: Amerikaanse dollars 3.500,00), de werkelijke aard en de herkomst en de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, en dat geldbedrag heeft verworven en voorhanden heeft gehad, terwijl hij en zijn mededader wisten dat dat voorwerp - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit het misdrijf,
immers hebben hij en zijn mededader op 27 juni 2005 1 contant geldbedrag (te weten: Amerikaanse dollars 3.500,00) ontvangen en voorhanden gehad en verworven;
3.
[betrokkene 2] op tijdstippen in de periode van 17 maart 2003 tot en met 12 november 2006, te Den Haag en te Amsterdam en te Breda telkens van voorwerpen, te weten geldbedragen de werkelijke aard en de herkomst heeft verhuld en telkens die geldbedragen voorhanden heeft gehad en heeft overgedragen, terwijl hij telkens redelijkerwijs had moeten vermoeden dat die voorwerpen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit het misdrijf,
immers heeft hij telkens A.) op tijdstippen in de periode van 17 maart 2003 tot en met 12 november 2006 moneytransfers/geldbedragen ontvangen en vervolgens doorgegeven/overhandigd en/of doorgestort/overgemaakt (per moneytransfers), waardoor is verhuld bij wie en van wie en waar die geldbedragen zijn, welk bovenomschreven strafbaar feit verdachte op tijdstippen in periode van 17 maart 2003 tot en met 12 november 2006 in Nederland telkens door giften en/of het verschaffen van gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen, te weten het instrueren van [betrokkene 2] dat deze moneytransfers ontving en/of verzond en zijn naam ter beschikking moest stellen telkens opzettelijk heeft uitgelokt;
4.
hij op tijdstippen in de periode van 01 december 2004 tot en met 11 juli 2007 in Nederland, telkens tezamen en in vereniging met een ander of anderen, telkens met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen telkens door het aannemen van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels:
[betrokkene 3] en [betrokkene 4] heeft bewogen tot de afgifte van geldbedragen (te weten: (ongeveer) euro 13.589,32 (per moneytransfers) en (ongeveer) USD 25.000,00 (contant) en euro 12.500,00 (contant) en een ander geldbedrag, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar telkens met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
- voornoemde personen via (een) E-mail(s) en/of (een) fax(en) en/of (een) brie(f)(ven) en/of telefonisch benaderd en gevraagd om hun medewerking te verlenen aan (een) (financiële) transactie(s) door het ter beschikking te stellen van hun bankrekening om een groot geldbedrag te ontvangen, waarbij werd aangegeven dat het geld afkomstig was van een erfenis en/of loterijprijs en/of
- aan voornoemde personen officieel uitziende documenten van een bank en (overheids)instellingen met betrekking tot de (financiële) transactie(s) gefaxt en/of gestuurd en/of gemaild en/of laten zien en/of
- voornoemde personen, uitgenodigd naar een vastgestelde locatie in Nederland te reizen/komen, waarbij hen een officieel uitziend document werd getoond en een tas met geld werd getoond,
waardoor [betrokkene 3] en [betrokkene 4] , (telkens) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte(n)."
2.2.2.
De bewezenverklaring onder 2 steunt op de volgende bewijsmiddelen:
"1. Een proces-verbaal d.d. 12 mei 2005 van het Bovenregionaal Rechercheteam NW en Midden Holland met nr. NW05/008-123, als bijlage G/12 gevoegd bij het Zaaksdossier ZD-03 van het Dendro dossier (nr. PL1509/2007/198). Dit procesverbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven -:
als relaas van de betreffende opsporingsambtenaar:
Op 9 mei 2005 sprak ik met [betrokkene 1] . Na het aanhoren van het verhaal van [betrokkene 1] bleek dat hij slachtoffer was van 419 fraude. [betrokkene 1] verklaarde op verzoek van de daders eind april 2005 naar Amsterdam te zijn gekomen voor de afhandeling van een geldtransactie. Hij was een half jaar terug benaderd via het internet met het verzoek behulpzaam te zijn bij het vrij krijgen van een geldbedrag van 32,8 miljoen US Dollars. Hem werd tevens aangeboden dat dit geld in zijn bedrijf geïnvesteerd kon gaan worden. Hij had in die zaak op 26 april 2005 een bedrag cash betaald van € 11.000,00 ergens in Amsterdam of omgeving. Deze betaling was gedaan voor onder meer een non-drug/terrorist money clearance certificate. Op 6 mei 2005 was hij door de daders van deze zaak onder meer gebracht naar een kantoor in Amsterdam. Daar had [betrokkene 1] een koffer te zien gekregen gevuld met stapeltjes bankbiljetten. De straatnaam van het kantoor betrof de Nieuwpoortstraat. De persoon met wie [betrokkene 1] met name te maken had betrof een negroïde man die zich voordeed als zijnde genaamd [verdachte] . Op 26 april 2005 kwam [verdachte] bij [betrokkene 1] in het hotel en bewoog hij [betrokkene 1] tot betalingen van een bedrag van USD 9.269,00 en een bedrag van € 11.000,00. Dit was voor onkosten voor benodigde documenten. [betrokkene 1] had meerdere malen contact gehad met [verdachte] , waarbij [verdachte] gebruik maakte van het nummer 06- [001] . Binnen het kantoor was eveneens een blonde vrouw aanwezig die telefoniste/receptioniste was en die zich liet roepen met de naam [betrokkene 6] .
2. Een geschrift, zijnde een (uit het Engels vertaalde) brief van [betrokkene 1] d.d. 10 mei 2005, als bijlage G/12, Zl-04 gevoegd bij het Zaaksdossier ZD-03 van het Dendro dossier (nr. PL1509/2007/198). Het houdt onder meer in - zakelijk weergegeven -:
Mijn eerste contact met de 'investeerder' vond plaats door middel van een advertentie op een website. Ze probeerden 32,8 miljoen US Dollar vrij te krijgen en in mijn bedrijf [A] Ltd. te investeren. Ik onderhield voornamelijk per e-mail contact gedurende zo'n zes maanden. Ze hebben per e-mail de volgende stukken verstuurd: een "machtiging" en een "Non-Drug/Terrorist Money Clearance" certificaat van de overheid van de Republiek van Sierra Leone. Met deze stukken kreeg ik volledige zeggenschap/eigendom over het bedrag van 32,8 miljoen US dollar. De stukken zijn bijgevoegd. Ik ben voorgesteld aan ene [verdachte] , tel: 06- [001] . Ik heb een behoorlijk contant bedrag aan [verdachte] gegeven dat door hem en [B] werd ontvangen in euro's en in dollars. De betaling was bedoeld voor documenten: certificaat van vrijgave en van deponeren. Op 6 mei 2005 werd ik opgehaald en naar het kantoor van [B] gebracht in de Nieuwpoortstraat. Daar heb ik [verdachte] ontmoet. Er was ook een secretaresse, [betrokkene 6] (blank).
3. Een geschrift, zijnde een kopie van een Non Drug/Terrorist Money Clearance Certificate d.d. 3 januari 2005, als bijlage "Zl-3 / Bijl. 1, G/12" gevoegd in het Zaaksdossier ZD-03 van het Dendro dossier (nr. PL1509/2007/198). Dit betreft een in de Engelse taal opgesteld geschrift, als ware het afkomstig van een overheidsinstelling van Sierra Leone, met daarin de mededeling dat de 32,8 miljoen dollar toebehorende aan [betrokkene 7] niet van criminele activiteiten afkomstig is gebleken en dat hij geautoriseerd is dit aan [betrokkene 1] (bedrijfsnaam: [A] Limited) over te boeken.
4. Een geschrift, zijnde een kopie van een Enduring Power of Attorney van Lawson Chambers, Legal Practitional & Attorney of Law d.d. 21 april 2005, als bijlage "Zl-3 / Bijl. 2, G/12" gevoegd in het Zaaksdossier ZD-03 van het Dendro dossier (nr. PL1509/2007/198). Dit betreft een in de Engelse taal opgestelde machtiging, als ware het officieel opgesteld en ondertekend bij een notaris, waarin [betrokkene 1] ( [A] Ltd.) wordt gemachtigd de investeringen van [betrokkene 7] te beheren en te gebruiken.
5. Een geschrift, zijnde een kopie van een Fund release order van [B] te Amsterdam, als bijlage "Zl-3 / Bijl. 3, G/12" gevoegd in het Zaaksdossier ZD-03 van het Dendro dossier (nr. PL1509/2007/198). Dit betreft een in de Engelse taal al opgestelde opdracht van [B] om 32,8 miljoen dollar aan [betrokkene 1] ( [A] Ltd.) vrij te geven.
6. Een geschrift, zijnde een kopie van Official Receipt van [B] te Amsterdam d.d. 26 april 2005, als bijlage "Zl-3 / Bijl. 7, G/12" gevoegd in het Zaaksdossier ZD-03 van het Dendro dossier (nr.PL1509/2007/198). Dit betreft een in de Engelse taal voorbedrukte kwitantie van [B] te Amsterdam inhoudende de verklaring € 11.000,00 van [betrokkene 1] te hebben ontvangen.
7. Een geschrift, zijnde een kopie van een receipt d.d. 26 april 2005, ondertekend door [verdachte] , als bijlage "Zl-3 / Bijl. 8, G/12" gevoegd in het Zaaksdossier ZD-03 van het Dendro dossier (nr. PL1509/2007/198). Dit betreft een in de Engelse taal opgestelde kwitantie van [verdachte] waarin hij verklaart 9.269 US dollar van [betrokkene 1] te hebben ontvangen. Als telefoonnummer van [verdachte] wordt vermeld [001] .
8. Een proces-verbaal restinformatie verdachte [betrokkene 8] d.d. 2 november 2006 van de politie Kennemerland met nr. NW/05-008-550, als bijlage AH/04 gevoegd in het Zaaksdossier ZD-03 van het Dendro dossier (nr. PL1509/2007/198). Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven -:
als relaas van de betreffende opsporingsambtenaar:
[betrokkene 1] verklaarde op 9 mei 2005 dat [verdachte] gebruik maakte van het telefoonnummer 06- [001] . Van de verdachte [verdachte] geeft [betrokkene 1] het volgende signalement: Afrikaanse man.
Uit opgenomen en afgeluisterde telefoongesprekken gevoerd in de periode van 9 juni 2005 tot en met 7 juli 2005 middels het telefoonnummer 06- [001] bleek onder meer dat de NN man van dit nummer:
- door bekenden van hem met de naam [verdachte] werd aangesproken;
- contact heeft met diverse slachtoffers van 419 fraude. Er wordt gesproken over vrij te maken geld, benodigde certificaten en documenten, te betalen kosten, etc.;
- deze slachtoffers geld wilde laten betalen c.q. over laten maken;
- de slachtoffers [betrokkene 10] en [betrokkene 11] ontvangt in Nederland;
- naar de slachtoffers doet voorkomen alsof hij op een kantoor werkt met de naam [B] ;
- in telefoongesprekken gebruik maakt van valse namen waaronder [verdachte] en [verdachte] .
Op 28 juni 2005 wordt [verdachte] op het telefoonnummer 06- [001] gebeld door een vrouw. In dat telefoongesprek geeft [verdachte] zijn e-mailadres door, te weten: [...] @yahoo.com.
In het onderzoek komt vaak het telefoonnummer 06- [002] voor welke in gebruik is bij een NN-man die zich [verdachte] noemt. Op 15 mei 2006 wordt de verdachte [betrokkene 13] gebeld door een NN-man die gebruik maakt van het telefoonnummer 06- [002] . Ik herken de stem van deze NN-man als zijnde die van de NN-man die zich [verdachte] noemt. In dit gesprek stelt [betrokkene 13] voor dat hij zijn adres per SMS stuurt. Op diezelfde datum ontvangt [betrokkene 13] het volgende SMS bericht van het telefoonnummer 06- [002] , welke in gebruik is bij [verdachte] : "Hai, it is [...] @yahoo.com".
Op 27 juni 2005 werd door het observatieteam vastgesteld dat de verdachte [betrokkene 13] uit de BMW stapte met kenteken [AA-00-BB] . Uit verdere observatie is gebleken dat de verdachte [betrokkene 13] bij het hotel gevestigd aan de Prinsengracht 444 te Amsterdam naar binnen ging en aan de medewerkster van het hotel naar kamer 502 vroeg. Uit navraag bij het hotel is gebleken dat de slachtoffers [betrokkene 10] en [betrokkene 11] op 27 juni 2005 in dat hotel hadden gelogeerd. Uit telecommunicatie onderzoek blijkt dat [betrokkene 13] op 27 juni 2005 diverse telefoongesprekken heeft gevoerd met [verdachte] en dat zij die dag door [verdachte] werd opgehaald.
9. Een proces-verbaal van observeren maandag 27 juni 2005 d.d. 1 juli 2005 van de politie Kennemerland met nr. 050627ma2005038/NW05/008-026, als bijlage 7 gevoegd bij het onder 8 genoemde proces-verbaal. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven -:
als relaas van de betreffende opsporingsambtenaar:
Op 27 juni 2005 omstreeks 13.54 uur zag ik verbalisant dat [betrokkene 13] (roepnaam [betrokkene 13] ) het perceel aan de Prinsengracht 444 te Amsterdam binnen ging.
10. Een geschrift, zijnde een niet ondertekend proces-verbaal d.d. 16 mei 2006 van het Bovenregionaal Rechercheteam NW en Midden Nederland met nr. NW05/008-144. Het houdt onder meer in - zakelijk weergegeven -:
als relaas van de betreffende opsporingsambtenaar:
Vanaf 9 juni 2005 heeft er voor een periode van vier weken een onderzoek telecommunicatie plaatsgevonden op het telefoonnummer 06- [003] , dat in gebruik was bij [betrokkene 13] .
27 juni 2005 te 13.44 uur:
[betrokkene 13] wordt gebeld door [verdachte] . [verdachte] geeft door: "five o two".
27 juni 2005 te 13.55 uur:
[betrokkene 13] (M) belt naar [verdachte] . Letterlijk:
C: Bella
M: Wat was het kamernummer?
C: 502
11. Een geschrift, zijnde een niet ondertekend proces-verbaal d.d. 4 juli 2005 van het Bovenregionaal Rechercheteam NW en Midden Nederland met nr. NW05/008-024. Het houdt onder meer in - zakelijk weergegeven -:
als relaas van de betreffende opsporingsambtenaar:
Op 4 juli 2005 heb ik verbalisant een bezoek gebracht aan het Dikker & Thijs Fenice Hotel, gevestigd aan de Prinsengracht 444 te Amsterdam. De Managing Director van het hotel heeft uitgezocht wie er op 27 juni 2005 gelogeerd had in kamer 502 van het hotel. Dit bleken [betrokkene 10] en [betrokkene 11] te zijn geweest. Zij logeerden daar van 26 juni 2005 tot en met 29 juni 2005. Beiden hadden een adres in de USA opgegeven en een Amerikaans paspoort getoond.
12. Een proces-verbaal van verhoor d.d. 11 juli 2006 van de politie Kennemerland met nr. NW05/008-348, als bijlage 8 gevoegd bij het onder 8 genoemde proces-verbaal. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven -:
als de op genoemde datum afgelegde verklaring van [betrokkene 13] :
Ik ben voor [verdachte] een keer bij een hotel in de buurt van de grachten van Amsterdam geweest. Ik moest geld ophalen. Het was volgens mij 3.500 dollar. Het was een vrouwelijk slachtoffer. Ik speelde secretaresse en ik gebruikte de naam [betrokkene 6] . [verdachte] heeft mij met de auto, een zwarte BMW, gebracht. Ik ben naar het hotel gelopen. [verdachte] bleef in de auto zitten. Naar de slachtoffers gebruikte [verdachte] de naam [verdachte] . Ik heb met de vrouw en een vriend van haar in de hotelkamer gesproken. Ze hebben de papieren ondertekend. Vervolgens heeft de vrouw mij 3.500 dollar betaald. Ik heb de 3.500 dollar later aan [verdachte] gegeven. Ik weet zeker dat het vrouwelijke slachtoffer uit Amerika kwam. [verdachte] was de jobowner in deze zaak. Ze noemen hem ook wel [verdachte] Cognac, omdat hij van Cognac houdt.
13. Een proces-verbaal d.d. 17 januari 2007 van de politie Kennemerland met nr. NW06/007-DENDRO, als bijlage G/02 gevoegd bij het Zaaksdossier ZD-03 van het Dendro dossier (nr. PL1509/2007/I98). Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven -:
Op 17 januari 2007 hoorden wij als verdachte de persoon van [betrokkene 13] .
V: = Verbalisanten
A: = Verdachte
V: Wij tonen jou een foto met het nummer 2. Wat kun jij hierover verklaren?
A: Hey dit is toch [verdachte] . Ja ik zie het gewoon. Dit is de [verdachte] waarover ik heb verklaard.
Opmerking verbalisanten:
Voor deze foto wordt verwezen naar foto 2 in de fotomap.
A: [verdachte] was eigenaar van een kantoor en jobowner. Ik ken [verdachte] van het kantoor op de Nieuwpoortstraat. Ik ben met [verdachte] bij een hotel geweest. Hierover heb ik al eerder verklaard.
14. Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 juli 2007 van de politie Haaglanden met nr. PL15090/2207/I98, als bijlage AH/75 gevoegd bij het Zaaksdossier ZD-03 van het Dendro dossier (nr. PL1509/2007/198). Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven -:
als relaas van de betreffende opsporingsambtenaar:
Op 17 januari 2007 werd de verdachte [betrokkene 13] nader gehoord. Aan haar werd foto D/02 getoond. Bij het tonen van die foto verklaarde zij het volgende: "Hey dit is toch [verdachte] . Ja ik zie het gewoon. Dit is de [verdachte] waarover ik heb verklaard".
15. Een proces-verbaal d.d. 10 juli 2007 van de politie Haaglanden/Hollands Midden, gevoegd in het Documentendossier van het Dendro dossier (nr. PL1509/2007/198). Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven -:
als relaas van de betreffende opsporingsambtenaar:
Register Documentendossier Dendro-onderzoek:
Document
Soort
D/02
Foto [verdachte]
16. Een proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] d.d. 22 maart 2007 van de politie Haaglanden met nr. PL1509/2007/198, document code V01/03, als bijlage 13 gevoegd bij het Persoonsdossier PD/01 [verdachte] van het Dendro dossier (nr. PL1509/2007/I98). Dit procesverbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven -:
als de op genoemde datum afgelegde verklaring van de verdachte, [verdachte] :
Ik ben de eigenaar van de BMW waarin ik reed tijdens mijn aanhouding. Ik ben de hoofdgebruiker van die BMW. Het is mogelijk dat ik [verdachte] wordt genoemd. Ik ken [betrokkene 13] . Mijn telefoonnummer is 06- [002] .
17. Een proces-verbaal van aanhouding d.d. 21 maart 2007 van de politie Haaglanden met nr. PL15K1/2007/198-11, als bijlage 4 gevoegd bij het Persoonsdossier PD/01 [verdachte] van het Dendro dossier (nr. PL1509/2007/198).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven -:
als relaas van de desbetreffende opsporingsambtenaar:
Op 20 maart 2007 werd de verdachte [verdachte] aangehouden. Door mij verbalisant werd de verdachte in zijn auto aangesproken. Ik zei tegen hem dat hij was aangehouden.
De volgende goederen werden in beslag genomen.
Voertuig : Personenauto
Kenteken : [AA-00-BB]
Merk : BMW
Kleur : Zwart
18. Een geschrift, zijnde een overzicht van e-mailcorrespondentie tussen [verbalisant] (Politie Kennemerland) en [betrokkene 10] . Het houdt onder meer in - zakelijk weergegeven -:
From: " [verbalisant] "
[verbalisant]@Kennemerland.Politie.nl
To: ' [betrokkene 10] '
Subject: RE: 419 fraud
Date: 11 Jul 2006, 08:47
Dear [betrokkene 10] ,
We have arrested a couple of fraudsters. Investigations have shown that you have been in contact with this group in June 2005. You have been in Amsterdam and we have got your address from the hotel you stayed in, the hotel "Dikker & Thijs" in Amsterdam. In telephone conversations of the suspect we heard that you have paid money. The suspect used towards you the name [betrokkene 6] .
Van: [betrokkene 10]
Verzonden: 11 juli 2006 15:01
Aan: [verbalisant] @Kennemerland.Politie.nl
Onderwerp: RE: 419 fraud
Dear [verbalisant] ,
Did you arrest [betrokkene 6] and more people?
Who told you that I was at that hotel?
[betrokkene 10]
Van: [betrokkene 10]
Verzonden: 11 juli 2006 17:44
Aan: [verbalisant] @Kennemerland.Politie.nl
Onderwerp: RE: 419 fraud
I did loose al my life savings with these people and would like to recover it all back. I'm hoping for my money back. It all seemed so real..."
2.2.3.
Het Hof heeft met betrekking tot het onder 1 en 4 bewezenverklaarde onder meer het volgende overwogen:
"Op basis van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting kan worden vastgesteld dat de verdachte en zijn mededader(s) gebruik hebben gemaakt van de in de tenlastelegging genoemde oplichtingsmiddelen. Die middelen waren geëigend om de slachtoffers te bedriegen. Door de inwerking van die middelen zijn de slachtoffers ook daadwerkelijk gebracht tot afgifte van geldbedragen. Derhalve kan wettig en overtuigend worden bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan oplichting."
2.2.4.
Met betrekking tot het onder 3 bewezenverklaarde heeft het Hof onder meer overwogen:
"Op basis van het dossier kan worden vastgesteld dat de verdachte zich ten tijde van de onder 3 ten laste gelegde periode bezig hield met zogenaamde 419-fraude."
2.2.5.
Het Hof heeft het bewezenverklaarde onder 1 en 4 gekwalificeerd als "medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd", het bewezenverklaarde onder 2 als "medeplegen van witwassen" en het bewezenverklaarde onder 3 als "(...) uitlokken van witwassen, meermalen gepleegd".
2.3.
Uit de door het Hof voor de bewezenverklaring onder 2 gebezigde bewijsmiddelen kan worden afgeleid dat een geldbedrag van $ 3.500,- door de medeverdachte [betrokkene 13] van [betrokkene 10] en [betrokkene 11] in ontvangst is genomen en vervolgens aan de verdachte is overhandigd. Het Hof heeft, mede gelet op zijn hiervoor onder 2.2.3 en 2.2.4 weergegeven overwegingen, kennelijk geoordeeld dat dit geldbedrag afkomstig is uit door de verdachte (mede)gepleegde oplichting althans uit een (met de bewezenverklaarde feiten 1 en 4 vergelijkbaar) misdrijf dat de verdachte zelf heeft begaan en tevens dat dit geldbedrag onmiddellijk daaruit afkomstig is. Voorts heeft het Hof geoordeeld dat het bewezenverklaarde witwassen plaatsvond door zowel het verbergen of verhullen van de werkelijke aard, de herkomst en de verplaatsing van het geldbedrag (als bedoeld in art. 420bis, eerste lid aanhef en onder a, Sr) als het verwerven en voorhanden hebben van het geldbedrag (als bedoeld in art. 420bis, eerste lid aanhef en onder b, Sr).
2.4.
Nu uit de gebezigde bewijsvoering niet méér kan worden afgeleid dan dat de verdachte voornoemd geldbedrag in ontvangst heeft genomen, is de bewezenverklaring wat betreft het verbergen en/of verhullen van de werkelijke aard, herkomst en verplaatsing van het geldbedrag, mede gelet op de wetgeschiedenis van art. 420bis, eerste lid aanhef en onder a, Sr, zoals weergegeven in HR 19 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3687, niet naar de eis der wet met redenen omkleed. Dat het geldbedrag aanvankelijk door de medeverdachte [betrokkene 13] in ontvangst is genomen en daarna aan de verdachte is overhandigd, brengt immers niet mee dat de verdachte de werkelijke aard, herkomst en verplaatsing ervan heeft verborgen en/of verhuld.
2.5.1.
Wat betreft het bewezenverklaarde "verwerven en voorhanden hebben" als bedoeld in art. 420bis, eerste lid aanhef en onder b, Sr geldt blijkens recente rechtspraak van de Hoge Raad, kort gezegd, het volgende. Wanneer het gaat om het verwerven of voorhanden hebben van een voorwerp dat onmiddellijk afkomstig is uit een door de verdachte zelf begaan misdrijf, moet uit 's Hofs motivering kunnen worden afgeleid dat de verdachte het voorwerp niet slechts heeft verworven of voorhanden heeft gehad, maar dat zijn gedragingen ook (kennelijk) gericht zijn geweest op het daadwerkelijk verbergen of verhullen van de criminele herkomst van het voorwerp. Daarmee wordt mede beoogd te voorkomen dat een verdachte die een bepaald misdrijf heeft begaan en die de door dat misdrijf verkregen voorwerpen verwerft of onder zich en dus voorhanden heeft, zich automatisch ook schuldig maakt aan het witwassen van die voorwerpen. Bovendien wordt aldus bevorderd dat in zo een geval het door de verdachte begane (grond)misdrijf, dat in de regel nader is omschreven in een van specifieke bestanddelen voorziene strafbepaling, in de vervolging centraal staat. (Vgl. HR 25 maart 2014, ECLI:NL:HR:2014:702, NJ 2014/302.)
2.5.2.
In aanmerking genomen 's Hofs kennelijke oordeel dat het geldbedrag van $ 3.500,- onmiddellijk afkomstig is uit een door de verdachte (mede)gepleegd misdrijf, is 's Hofs oordeel dat het verwerven en voorhanden hebben van dat geldbedrag "witwassen" oplevert, ontoereikend gemotiveerd aangezien uit de bestreden uitspraak niet kan worden afgeleid dat sprake is van meer dan het enkele voorhanden hebben van het geldbedrag doordat de gedragingen van de verdachte ook (kennelijk) gericht zijn geweest op het daadwerkelijk verbergen of verhullen van de criminele herkomst ervan.
2.6.
Het middel slaagt.

3.Beoordeling van het derde, het vijfde en het zesde middel

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Slotsom

Nu de Hoge Raad geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, brengt hetgeen hiervoor is overwogen mee dat het eerste en het tweede middel geen bespreking behoeven en als volgt moet worden beslist.

5.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak maar uitsluitend wat betreft de beslissingen ter zake van het onder 2 tenlastegelegde en de strafoplegging;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof Den Haag, opdat de zaak in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan;
verwerpt het beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en E.F. Faase, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
27 oktober 2015.