ECLI:NL:HR:2015:3073

Hoge Raad

Datum uitspraak
13 oktober 2015
Publicatiedatum
14 oktober 2015
Zaaknummer
14/02188
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen beschikking van de Rechtbank Den Haag inzake klaagschrift op basis van artikel 552a Sv

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een beschikking van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 10 december 2013, met nummer RK 12/2236. Het beroep is ingesteld door de klaagster, vertegenwoordigd door mr. R.W.J. Kerckhoffs, advocaat te Breda. De klaagster heeft middelen van cassatie voorgesteld, die zijn gehecht aan de beschikking. De Advocaat-Generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, waarop de raadsman schriftelijk heeft gereageerd.

De Hoge Raad heeft de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81, eerste lid, van het Reglement op de Rechtspraak (RO), dat stelt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Op 13 oktober 2015 heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. De beschikking is gegeven door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, samen met de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en Y. Buruma, in aanwezigheid van de waarnemend griffier J.D.M. Hart. De uitspraak vond plaats ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

13 oktober 2015
Strafkamer
nr. S 14/02188 B
CeH
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank Den Haag van 10 december 2013, nummer RK 12/2236, op een klaagschrift als bedoeld in art. 552a Sv, ingediend door:
[klaagster], gevestigd te
[vestigingsplaats].

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de klaagster. Namens deze heeft mr. R.W.J. Kerckhoffs, advocaat te Breda, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De raadsman heeft daarop schriftelijk gereageerd.

2.Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en Y. Buruma, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
13 oktober 2015.