Uitspraak
gevestigd te [vestigingsplaats],
gevestigd te [vestigingsplaats],
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van het middel
de gegrondheid van de betalingdoor de vervoerder, die het verhaal uitoefent, te betwisten’ (in de Franse authentieke tekst: ‘Le transporteur (…) n’est pas recevable à contester
le bien-fondé du paiementeffectué par le transporteur exerçant le recours’; in de Engelse authentieke tekst: ‘No carrier (…) shall be entitled to dispute
the validity of the paymentmade by the carrier making the claim’). Blijkens deze bewoordingen – uitgelegd overeenkomstig hun gewone betekenis met inachtneming van de context (vgl. art. 31 lid 1 Verdrag van Wenen) – kan de vervoerder op wie op de voet van de art. 37 en 38 CMR verhaal wordt uitgeoefend, niet – voor het eerst of opnieuw – een verweer voeren dat ziet op de verschuldigdheid of de hoogte van het aan de derde (de ladingbelanghebbende) betaalde bedrag. Art. 39 lid 1 CMR sluit dit verweer uit indien bij rechterlijke uitspraak ‘de schadevergoeding is vastgesteld’ (in de Franse authentieke tekst: ‘l’indemnité a été fixee’; in de Engelse authentieke tekst: ‘the amount of the compensation was determined’). Dit veronderstelt dat in die rechterlijke uitspraak (in de procedure tussen de verhaalzoekende vervoerder en de derde) is beslist dat eerstgenoemde aansprakelijk is, en is beoordeeld of toepassing moet worden gegeven aan de regeling van de beperkte aansprakelijkheid van art. 23 CMR, dan wel aan de regeling voor onbeperkte aansprakelijkheid op de voet van art. 29 CMR, en tot welke schadevergoeding het een dan wel het ander leidt.
4.Beslissing
11 september 2015.