Deze bewezenverklaring steunt, voor zover voor de beoordeling van het middel van belang, op de volgende bewijsmiddelen:
"1. Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm en op ambtseed opgemaakt en op 15 november 2011 gesloten en getekend door [verbalisant 1], [verbalisant 2], [verbalisant 3] en [verbalisant 4], allen brigadiers bij het Korps Politie Curaçao, pv. nummer: 233/2011 (pagina 22, na het tabblad "getuigen", van het einddossier onderzoek "dubbel moord te Bajonetstraat"), voor zover inhoudende, als relaas van die verbalisanten - zakelijk weergegeven -:
Op 6 april 2011, omstreeks 10:40 uur, kreeg de Centrale Meldkamer het bericht dat iemand neergeschoten werd in de omgeving van Plaza Otrobanda. Een politieambtenaar stuitte op een lichaam van een man op de ingang van de Bajonetsteeg, Curaçao. Van passanten vernam hij dat nog een ander lichaam van een man in voornoemde steeg lag. De eerst gearriveerde patrouille gaf door dat
- een man bij de ingang van de Bajonetsteeg op zijn buik lag. Hij vertoonde geen teken van leven meer en vertoonde verschillende schotwonden op het lichaam. Deze man werd later geïdentificeerd als [slachtoffer 2], geboren [geboortedatum] 1972.
- in de steeg een andere man werd aangetroffen. Deze gaf ook geen tekenen van leven meer. Deze lag op zijn rug met een diepe snijwond in zijn keel. Deze man werd later geïdentificeerd als [slachtoffer 1], geboren op [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1978.
Slachtoffer 1:
Ter hoogte van de ingang van de Bajonetstraat lag het levenloze lichaam van [slachtoffer 2]. Uit een wond ter hoogte van zijn rechteroor stroomde bloed naar het gezicht toe. Op de rug was een inschot zichtbaar. In de steeg werden zeven hulzen van het kaliber 9 mm Parabellum, bodemstempel 9 mm WIN LUGER, aangetroffen.
Slachtoffer 2:
In de steeg, ten westen van een zitbank, lag het levenloze lichaam van [slachtoffer 1]. Het slachtoffer lag op zijn rug. De keel van het slachtoffer was doorgesneden. Tijdens onderzoek zagen wij verbalisanten dat het slachtoffer nog steeds bloedde uit de diepe snijwonden van zijn keel. In deze steeg werden drie hulzen van het kaliber 9 mm Parabellum, bodemstempel 9 mm WIN LUGER, aangetroffen.
Conclusie:
Aan de hand van het door ons ingestelde onderzoek is gebleken dat:
- de systeemsporen op de hulzen duiden erop dat ze mogelijk zijn uit één of eenzelfde wapen, in dit geval een pistool, semiautomatisch en van het kaliber 9 mm luger.
Mogelijke toedracht van het gebeurde aan de hand van de aangetroffen sporen en het bloedsporenbeeld:
De verdachte(n) kwamen vermoedelijk van de zuidelijke richting aanlopen. De verdachte zag dat de slachtoffers dicht of misschien zittend op de bank waren. Hij zou schoten hebben gelost op de slachtoffers. [slachtoffer 1] werd in de rug geraakt en bleef misschien immobiel. De schotrichting op [slachtoffer 1] is van achter naar voren, van links naar rechts en weinig omlaag. Op dat moment werd [slachtoffer 2] ook geraakt, doch rende dekkingzoekend in de noordelijke richting. In die steeg begon verdachte vermoedelijk hollend achter het slachtoffer [slachtoffer 2] te schieten. Bij de ingang van de steeg viel het slachtoffer [slachtoffer 2] en overleed ter plaatse. Verdachte zou zijn teruggekeerd en zou met een zeer scherp voorwerp de keel van het slachtoffer [slachtoffer 1] hebben doorgehaald. De plas bloed of bloedpoel patroon duidt erop dat het slachtoffer niet meer bewoog en overleed ter plaatse nadat zijn keel werd doorgehaald. Hierna begaf de verdachte zich hoogstwaarschijnlijk terug naar de zuidelijke zijde van de steeg en verliet zodoende de plaats delict. Er waren bloeddruppels op de grond die een indicatie hiervan gaven.
(...)
5. Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm en op ambtseed opgemaakt en op 12 april 2013 gesloten en getekend door [verbalisant 5] en [verbalisant 6], beiden brigadier bij het Korps Politie Curaçao, pv. nummer: 201204121500 (pagina 8 bij aanvullend proces-verbaal op einddossier onderzoek "dubbel moord te Bajonetstraat", voor zover inhoudende, als verklaring van [betrokkene 1], - zakelijk weergegeven -:
[verdachte] werd op de dag van de dubbele moord in Otrobanda opgebeld dat één van de tweeling en [slachtoffer 2] in de Breedestraat stonden. [verdachte] ging daar heen en trof hen aan. Hij vroeg of ze marihuana te koop hadden. Ze zeiden ja. [verdachte] heeft in het toilet van een Chinees restaurant plakband op zijn vingers geplakt om geen sporen op de slachtoffers of het mes achter te laten. Hierna ging hij naar de steeg waar [slachtoffer 2] en één van de tweeling waren en zei dat hij de marihuana nodig had. Hij deed alsof hij geld uit zijn broekzak pakte, trok een vuurwapen tevoorschijn en schoot gericht op één van de tweeling. [slachtoffer 2] rende naar de Breedestraat. Hij had [slachtoffer 2] op dat moment in zijn rug geschoten. [verdachte] heeft tegen mij gezegd dat [slachtoffer 2] aan het einde van de steeg op de Breedestraat gewond neer viel. Eén van de tweeling lag gewond op de grond in de steeg, maar was nog steeds in leven. [verdachte] sleepte hem uit het zicht van de buurtbewoners. Hij had aan [verdachte] gevraagd: "Kiko mi a hasi bo, no ta ami a mata bo ruman" (vrije vertaling GHvJ: "Wat had ik jou aangedaan, ik ben niet degene die jouw broer heeft vermoord.") [verdachte] zei dat het hem niet interesseerde wie het had gedaan, maar dat hij medeplichtig was. Hierna sneed [verdachte] de hals van één van de tweeling door met een mes. Nadat [verdachte] de mannen vermoord had, ging hij naar de woning van zijn oom om het vuurwapen te verbergen. Hierna nam hij een bus en ging naar het weekendhuis van [betrokkene 2] waar ook de man [betrokkene 3] bleef. Toen hij bij het weekendhuis aankwam, had hij [betrokkene 4] gebeld om te vragen of hij bij hem kwam. Onderweg naar Banda Abou vroeg [betrokkene 4] of ik gehoord had dat [verdachte] de mannen had vermoord in het zicht van veel mensen.
6. Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm en op ambtseed opgemaakt en op 12 april 2013 gesloten en getekend door [verbalisant 5] en [verbalisant 6], beiden brigadier bij het Korps Politie Curaçao, pv. nummer: 201206081300 (pagina 30 bij het aanvullend proces-verbaal op einddossier onderzoek "dubbel moord te Bajonetstraat" met rood voorblad), voor zover inhoudende, als verklaring van [betrokkene 1],- zakelijk weergegeven -:
Voordat wij op de dag van het schietincident in de Bajonetstraat [verdachte] ontmoetten, had [betrokkene 4] mij verteld dat [verdachte] de schutter was. Toen wij bij dat weekendhuis aankwamen zei [verdachte] tegen mij dat hij God wilde vragen hoeveel mensen hij nog meer moest vermoorden om zijn broer terug te krijgen.
7. Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm en op ambtseed opgemaakt en op 12 juni 2013 gesloten en getekend door [verbalisant 5] en [verbalisant 6], beiden brigadier bij het Korps Politie Curaçao, pv. nummer: 201204121500 (pagina 31 bij het aanvullend proces-verbaal op einddossier onderzoek "dubbel moord te Bajonetstraat" met rood voorblad), voor zover inhoudende, als verklaring van [betrokkene 1],- zakelijk weergegeven -:
[verdachte] had tegen mij gezegd dat men hem opbelde en hem op de hoogte had gesteld dat één van de tweeling en [slachtoffer 2] in de Breedestraat stonden ter hoogte van het voormalige Hardis in Otrobanda.
8. Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm en op ambtseed opgemaakt en op 12 april 2013 gesloten en getekend door [verbalisant 5] en [verbalisant 6], beiden brigadier bij het Korps Politie Curaçao, pv. nummer: 2011.04.11.09.30 (pagina 76 van het einddossier onderzoek "dubbel moord te Bajonetstraat"), voor zover inhoudende, als verklaring van de getuige [betrokkene 5], - zakelijk weergegeven -:
Op 6 april 2011 was ik thuis. Ik hoorde schoten buiten. Toen ik het geschreeuw van iemand hoorde ging ik kijken. Ik zag een voor mij van aanzien bekende man. Opval Opvallend was dat zijn T-shirt helemaal besmeurd was met bloed. Deze man herkende ik als de broer van de man die enkele maanden terug werd vermoord.
(...)
11. Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm en op ambtseed opgemaakt en op 29 september 2011 gesloten en getekend door [verbalisant 7] en [verbalisant 5], respectievelijk hoofdagent en brigadier bij het Korps Politie Curaçao, pv. nummer: 201109290900 (pagina 153 van het einddossier onderzoek "dubbel moord te Bajonetstraat"), voorzover inhoudende, als verklaring van de getuige [betrokkene 6] - zakelijk weergegeven -:
Op 6 april 2011, de dag van de schietpartij met dodelijke afloop in de Bajonetstraat, was ik thuis. Ik zat samen met een vriend genaamd [betrokkene 7] buiten op het balkon (opm. GHvJ: porch, terras) van mijn woning. Wij hoorden verschillende knallen dan wel schoten. [betrokkene 7] stond op en ging bij het hek van mijn erf staan. Ik hoorde [betrokkene 7] [verdachte] roepen. Vervolgens ging ik ook samen met [betrokkene 7] bij het hek staan.
Ik zag de voor mij bekende man genaamd [verdachte] in de Bajonetstraat staan. Op dat moment zag ik dat [verdachte] een van de tweelingbroers aan zijn hemd vasthield. De tweelingbroer lag op zijn rug in de Bajonetstraat. Vervolgens zag ik dat [verdachte] een voorwerp uit zijn zak haalde. Met dit voorwerp zag ik dat [verdachte] de keel van genoemde tweelingbroer sneed. Ik ken [verdachte] al acht jaren.
(...)
14. Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm en op ambtseed opgemaakt en op 29 september 2011 gesloten en getekend door [verbalisant 7], [verbalisant 5] en [verbalisant 8], respectievelijke hoofdagent, brigadier en agent bij het Korps Politie Curaçao, pv. nummer: 201110131200 (pagina 163 van het einddossier onderzoek "dubbel moord te Bajonetstraat"), voor zover inhoudende, als verklaring van de getuige [betrokkene 7] - zakelijk weergegeven -:
Op 6 april 2011, de dag van de schietpartij met dodelijke afloop in de Bajonetstraat, was ik bij een vriendin van mij genaamd [betrokkene 6]. Wij zaten samen buiten op het balkon van haar woning. Op een gegeven moment hoorde ik knallen dan wel schoten. Hierna stond ik op en ging bij het hek van het erf staan. Ik zag een voor mij bekende man het slachtoffer die op de grond lag aan een van zijn armen trekken. Op dat moment hoorde ik het slachtoffer tegen de man die hem aan zijn arm trok het volgende zeggen: "Nos no a mata bo ruman" (vrije vertaling GHvJ: "Wij hebben je broer niet vermoord.")
Het slachtoffer was een van de tweeling die altijd in Otrobanda rondliep. Nadat ik op het balkon was gaan zitten, zag ik de man die het slachtoffer aan zijn armen hield voorbij de woning van [betrokkene 6] lopen. Hij zei: "Wak pa bosnan no papia nada:" ("Zorg ervoor dat jullie niets zeggen"; vrije vertaling GHvJ). Ik ken hem al twee jaren."