Uitspraak
wonende te Zuid-Afrika,
(Ministerie van Veiligheid en Justitie, Immigratie- en Naturalisatiedienst),
zetelende te ’s-Gravenhage,
1.Het geding in feitelijke instantie
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
Hoge Raad. Dit verzuim kan worden hersteld door hetzelfde verzoekschrift binnen twee weken na binnenkomst ter griffie van de Hoge Raad opnieuw in te dienen, maar nu ondertekend door een advocaat bij de Hoge Raad.
Een verzoek van mr. Blok om verlenging van deze termijn is door de rolraadsheer afgewezen en het verzuim is niet hersteld binnen de daarvoor gestelde termijn. Dit brengt mee dat [verzoekster] in haar beroep niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.
4.Beslissing
10 juli 2015.