ECLI:NL:HR:2015:1820

Hoge Raad

Datum uitspraak
10 juli 2015
Publicatiedatum
9 juli 2015
Zaaknummer
14/05372
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen uitspraak Gerechtshof Amsterdam inzake waterschapsbelastingen

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 juli 2015 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een beslissing van het Gerechtshof Amsterdam. Het beroep in cassatie was ingesteld door de belanghebbende, die in hoger beroep was gegaan tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland. De zaak betreft de aan belanghebbende opgelegde aanslag in de waterschapsbelastingen voor het jaar 2010, specifiek de watersysteemheffing en wegenheffing met betrekking tot de onroerende zaak gelegen aan [a-straat 1] te [Z]. De uitspraak van het Gerechtshof, gedateerd 18 september 2014, had de eerdere beslissing van de rechtbank bevestigd.

De belanghebbende heeft in cassatie verschillende klachten ingediend tegen de uitspraak van het Gerechtshof. De Hoge Raad heeft deze klachten beoordeeld, maar kwam tot de conclusie dat zij niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad oordeelde dat, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, er geen nadere motivering nodig was, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Daarnaast heeft de Hoge Raad geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond verklaard, waarmee de uitspraak van het Gerechtshof in stand blijft.

Uitspraak

10 juli 2015
Nr. 14/05372
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
[X]te
[Z](hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het
Gerechtshof Amsterdamvan 18 september 2014, nr. 13/00739, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland (nr. AWB 12/2142) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2010 opgelegde aanslag in de waterschapsbelastingen (watersysteemheffing en wegenheffing) betreffende de onroerende zaak [a-straat 1] te [Z].

1.Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.

2.Beoordeling van de klachten

De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de vice-president R.J. Koopman als voorzitter, en de raadsheren C. Schaap en Th. Groeneveld, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 10 juli 2015.