ECLI:NL:HR:2015:1816

Hoge Raad

Datum uitspraak
7 juli 2015
Publicatiedatum
9 juli 2015
Zaaknummer
14/01872
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen arrest Gerechtshof Amsterdam inzake strafzaak

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam, gedateerd 20 maart 2014, met nummer 23/004377-12. De verdachte, geboren in 1971, heeft het beroep ingesteld via zijn advocaat, mr. C.F. Korvinus, die middelen van cassatie heeft voorgesteld. De Advocaat-Generaal, G. Knigge, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De raadsman heeft hierop schriftelijk gereageerd, maar de Hoge Raad heeft geoordeeld dat de voorgestelde middelen niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO), dat stelt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

De Hoge Raad heeft op 7 juli 2015 het beroep verworpen. Dit arrest is gewezen door de raadsheer H.A.G. Splinter-van Kan als voorzitter, samen met de raadsheren Y. Buruma en V. van den Brink. De uitspraak vond plaats ter openbare terechtzitting, waarbij de waarnemend griffier A.C. ten Klooster aanwezig was. De beslissing van de Hoge Raad bevestigt de eerdere uitspraak van het Gerechtshof en onderstreept de toepassing van de relevante juridische normen in deze strafzaak.

Uitspraak

7 juli 2015
Strafkamer
nr. 14/01872
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 20 maart 2014, nummer 23/004377-12, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1971.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. C.F. Korvinus, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal G. Knigge heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De raadsman heeft daarop schriftelijk gereageerd.

2.Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer H.A.G. Splinter-van Kan als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en V. van den Brink, in bijzijn van de waarnemend griffier A.C. ten Klooster, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
7 juli 2015.