ECLI:NL:HR:2015:155

Hoge Raad

Datum uitspraak
30 januari 2015
Publicatiedatum
29 januari 2015
Zaaknummer
14/01075
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen uitspraak over verontreinigingsheffing

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 30 januari 2015 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure met zaaknummer 14/01075. De zaak betreft een beroep in cassatie van [X] BV tegen een uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 16 januari 2014, waarin het hoger beroep van belanghebbende tegen een eerdere uitspraak van de Rechtbank te Middelburg werd behandeld. De Rechtbank had in deze eerdere uitspraak, met nummer AWB 11/415, een aanslag in de verontreinigingsheffing voor het jaar 2008 opgelegd aan belanghebbende.

Belanghebbende heeft in cassatie een klacht ingediend tegen de uitspraak van het Gerechtshof. Het dagelijks bestuur van Belastingsamenwerking SaBeWa Zeeland heeft een verweerschrift ingediend, waarop belanghebbende een conclusie van repliek heeft gegeven. De Belastingsamenwerking heeft vervolgens een conclusie van dupliek ingediend.

De Hoge Raad heeft de klacht beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kan leiden. Dit werd onderbouwd met verwijzing naar artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, waarbij werd gesteld dat de klacht geen nadere motivering behoeft, omdat deze niet leidt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft ook geoordeeld dat er geen termen aanwezig zijn voor een veroordeling in de proceskosten. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond verklaard.

Uitspraak

30 januari 2015
Nr. 14/01075
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
[X] BVte
[Z](hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het
Gerechtshof 's-Hertogenboschvan 16 januari 2014, nr. 12/00641, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank te Middelburg (nr. AWB 11/415) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2008 opgelegde aanslag in de verontreinigingsheffing.

1.Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een klacht aangevoerd.
Het dagelijks bestuur van Belastingsamenwerking SaBeWa Zeeland (hierna: de Belastingsamenwerking) heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
De Belastingsamenwerking heeft een conclusie van dupliek ingediend.

2.Beoordeling van de klacht

De klacht kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klacht niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.A.C.A. Overgaauw als voorzitter, en de raadsheren P.M.F. van Loon en L.F. van Kalmthout, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 30 januari 2015.