ECLI:NL:HR:2015:1532

Hoge Raad

Datum uitspraak
12 juni 2015
Publicatiedatum
11 juni 2015
Zaaknummer
14/04979
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over tekortkoming in de nakoming van een overeenkomst tot transport van elektriciteit

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 juni 2015 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen Stedin Netbeheer B.V. en WO-ZU-XIX-WIND B.V. Stedin, de eiseres tot cassatie, had beroep ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag, dat op 27 mei 2014 was gewezen. De zaak betreft een overeenkomst tot transport van elektriciteit en de vraag of er sprake was van een tekortkoming in de nakoming van deze overeenkomst. De Hoge Raad verwijst naar eerdere uitspraken, waaronder een vonnis van de rechtbank Rotterdam van 6 maart 2013 en het arrest van het hof. De advocaat-generaal M.H. Wissink had geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, en de advocaat van Stedin heeft hierop gereageerd. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie konden leiden. Dit was volgens de Hoge Raad niet nodig, gezien artikel 81 lid 1 RO, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en Stedin veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Windpark op nihil zijn begroot. De uitspraak is openbaar uitgesproken door raadsheer G. de Groot.

Uitspraak

12 juni 2015
Eerste Kamer
14/04979
EV/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
STEDIN NETBEHEER B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. J.P. Heering,
t e g e n
WO-ZU-XIX-WIND B.V.,
gevestigd te Heerenveen,
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Stedin en Windpark.

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak C/10/397383/ HA ZA 12-233 van de rechtbank Rotterdam van 6 maart 2013;
b. het arrest in de zaak 200.129.486/01 van het gerechtshof Den Haag van 27 mei 2014.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof heeft Stedin beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen Windpark is verstek verleend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal M.H. Wissink strekt tot verwerping.
De advocaat van Stedin heeft bij brief van 16 april 2015 op die conclusie gereageerd.

3.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Stedin in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Windpark begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.H.T. Heisterkamp, als voorzitter, C.E. Drion, G. Snijders, G. de Groot en T.H. Tanja-van den Broek, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op
12 juni 2015.