Uitspraak
Gemeente Nijkerkte
Nijkerk(hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het
Gerechtshof ’s-Hertogenboschvan 23 januari 2014, nr. 12/00200, betreffende een beschikking inzake de omzetbelasting.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 29 mei 2015 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van de Gemeente Nijkerk tegen een eerdere uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch. De zaak betreft een beschikking inzake de omzetbelasting, waarbij de Gemeente Nijkerk in cassatie ging tegen de uitspraak van het Hof van 23 januari 2014. Dit was niet de eerste keer dat de zaak aan de Hoge Raad werd voorgelegd; eerder was er al een arrest van de Hoge Raad op 27 april 2012, waarin de eerdere uitspraak van het Gerechtshof Arnhem werd vernietigd en de zaak werd terugverwezen naar het Gerechtshof 's-Hertogenbosch voor verdere behandeling.
In het huidige geding heeft de Gemeente Nijkerk twee middelen voorgesteld in het cassatieberoep. De Staatssecretaris van Financiën heeft hierop gereageerd met een verweerschrift, en de Gemeente heeft een conclusie van repliek ingediend. De Hoge Raad heeft de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat middel 1 faalt op de gronden die zijn vermeld in een eerder arrest van dezelfde datum, terwijl middel 2 terecht is voorgesteld, maar niet kan leiden tot cassatie omdat het bedrag aan overdrachtsbelasting al in het eerdere arrest was meegenomen.
De Hoge Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten en heeft het beroep in cassatie ongegrond verklaard. Deze uitspraak is gedaan door de vice-president en vier raadsheren, en is openbaar uitgesproken op de genoemde datum.