Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
"1. Een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut te Den Haag, zaaknummer 2010.09.03.32, d.d. 20 januari 2011, opgemaakt en ondertekend door de deskundige P.M.I. van Driessche, arts en patholoog. Dit rapport houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - (blz. 123 t/m 127):
als relaas van deze deskundige:
Overledene
Naam [slachtoffer]
Geboortedatum [geboortedatum] 1988
Geboorteplaats [geboorteplaats]
Bij sectie werd het lichaam van een jongeman gezien met in totaal minimaal 3 of maximaal 5 schotletsels, bij leven opgelopen door inwerking van uitwendig heftig perforerend geweld, die hebben geleid tot intern en extern zeer ernstig bloedverlies/verbloeding. Alle schotletsels aan de romp hebben ieder op zich en/of in combinatie geleid tot het overlijden. Het intreden van de dood wordt zonder meer verklaard door verbloeding ten gevolge van schotletsel.
2. De verklaring van de verdachte.
De verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep van 29 maart 2013 verklaard - zakelijk weergegeven -:
Ik was op 4 september (het hof begrijpt: in de avond/nacht van 4 op 5 september) 2010 op het feest in het partycentrum Ons in Zoetermeer. Ik liep samen met [betrokkene 1] naar buiten. [betrokkene 1] en ik liepen in de richting van mijn auto. [betrokkene 1] werd door drie jongens tegen gehouden. Die vroegen iets aan hem. Ik liep een stukje door. Ik draaide me om en liep terug. [betrokkene 1], [betrokkene 2], [slachtoffer] en [betrokkene 3] waren in discussie. [betrokkene 1] en ik liepen op een gegeven moment richting mijn auto. Ik zag dat [betrokkene 3], [slachtoffer] en [betrokkene 2] in de richting van hun auto liepen. [betrokkene 1] pakte een vest uit de auto. Ik liep terug naar [betrokkene 4] en praatte met haar. Plotseling stond hij (het hof begrijpt: [slachtoffer]) bij mij en schreeuwde hij allemaal dingen tegen mij. Onder andere dat ik moest laten zien dat ik stoer was. Ik zei tegen [slachtoffer] dat ik geen ruzie met hem had en dat hij me met rust moest laten.
3. Een proces-verbaal van verhoor verdachte van de politie Haaglanden met nr. 2010/182028. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven -:
als de op 17 september 2010 afgelegde verklaring van de verdachte:
Ik word [verdachte] genoemd.
4. Een proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 14 september 2010 van de politie Haaglanden met nr. 2010/182028. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - (blz. 278 t/m 284):
als de op 14 september 2010 afgelegde verklaring van [betrokkene 5]:
Ik ben vorige week in Groningen bij een verkeerscontrole gecontroleerd. Ik heb toen verteld dat ik getuige was geweest van een schietpartij bij het Partycentrum in Zoetermeer.
Ik hoorde mensen schreeuwen naar elkaar. Ik zag dat een man, die later werd neergeschoten, met een zilverkleurig pistool in zijn handen stond. Hij zwaaide met het pistool in zijn rechterhand in het rond. Ik hoorde en zag dat deze man boos was en liep te schreeuwen. De man schreeuwde. "Ik ben niet bang. Ik ben helemaal klaar met jullie. Doe wat jullie willen doen. Ik ben helemaal voorbereid."
De jongen die later werd neergeschoten zei tegen [verdachte]: "Laat zien dat je stoer bent. Nu moet je laten zien dat je stoer bent"; daarbij haalde de jongen die later werd neergeschoten zijn pistool uit zijn rechter broekzak. Hij hield het pistool tegen de zijkant van zijn been naar beneden gericht.
Ik hoorde 8 knallen en keek waar de knallen vandaan kwamen.
Toen ik de knallen hoorde draaide ik mij om. Ik zag het licht van een pistool terwijl de knallen nog kwamen. Ik zag ook iets zwarts in één van de handen van [verdachte]. Ik begon toen te rennen. Toen zag ik het slachtoffer naar [verdachte] schieten. [verdachte] hield het wapen met één hand vast. Ik zag dat [verdachte] richtte en schoot in de richting van het slachtoffer.
[verdachte] is dik. Heeft een buik. Hij heeft een stoppelbaard. Hij had kort haar plat gekamd. Het haar was een paar centimeter lang. Zijn huidskleur is licht.
5. Een proces-verbaal van simultane fotobewijsconfrontatie (met één getuige) d.d. 28 oktober 2010 van de politie Haaglanden met nr. 2010/1820/28. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - (blz. 174 t/m 178):
als relaas van de betreffende opsporingsambtenaar:
Op donderdag 21 oktober 2010 heb ik naar aanleiding van een op 5 september 2010 gepleegde schietpartij te Zoetermeer een simultane fotobewijsconfrontatie gehouden, waarbij de getuige [betrokkene 5], werd geconfronteerd met 10 foto's van personen, waaronder een foto van de verdachte [verdachte].
6. Een proces-verbaal van tonen selectie bij simultane fotobewijsconfrontatie d.d. 21 oktober 2010 van de politie Haaglanden met nr. 2010/1820/28. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - (blz. 180 t/m 181):
als relaas van de betreffende opsporingsambtenaar:
Op donderdag 21 oktober 2010, omstreeks 13.50 uur, confronteerde ik als getuigenbegeleider op verzoek van de confrontatieleider [verbalisant], de getuige
[betrokkene 5]
Geboortedatum : [geboortedatum]-1988,
met een fotoselectie van 10 personen.
De getuige keek aandachtig naar de foto's en klikte gelijk nummer 5 aan.
De getuige antwoordde: "het is die".
Na afloop van de confrontatie deelde de confrontatieleider mij mede, dat de foto van de verdachte in de selectie op plaats 5 stond.
7. Het proces-verbaal van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in de arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage van 8 juni 2011. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven -:
als de op 8 juni 2011 tegenover deze rechter-commissaris afgelegde verklaring van [betrokkene 1]:
Ik ben samen met [verdachte] op het feest geweest. Wij gingen naar buiten. Toen ik buiten was, werd ik ineens aangevallen door die jongen die is doodgeschoten en die jongen met één arm. Ik weet nu dat zij [slachtoffer] en [betrokkene 2] heten. Zij stonden voor mij en blokkeerden mijn doorgang. [slachtoffer] zei tegen mij: "Waarom heb jij hem vies aangekeken?" Hij wees daarbij op [betrokkene 2]. Vervolgens kwam [verdachte] erbij. [slachtoffer] of [betrokkene 2] maakte hem toen uit voor flikker en zei dat hij zich er niet mee moest bemoeien en beter door kon lopen. Ze gingen met hem bekvechten. Ik ben toen tussenbeide gekomen en ik heb gezegd: "Kom we gaan, laat dit probleem. Een jongen met rasta haar zei ook zoiets tegen [slachtoffer] en [betrokkene 2]. Hij nam ze mee in de richting van de auto's. Ik ben toen met [verdachte] naar onze auto gelopen. Daar heb ik mijn vest gepakt. [verdachte] ging vervolgens terug. Hij werd toen aangeroepen door een meisje in een auto. [verdachte] liep toen naar die auto. Ik ben met hem meegelopen. Toen we bij de auto stonden, stonden die [slachtoffer] en [betrokkene 2] opeens weer voor ons. Er ontstond toen een woordenwisseling. Het was vooral [slachtoffer] die tekeer ging. Hij richtte zich vooral tegen [verdachte]. Ik zag dat [slachtoffer] een pistool in zijn hand had.
8. Het proces-verbaal van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in de arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage van 11 mei 2011. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven -:
als de op 11 mei 2011 tegenover deze rechter-commissaris afgelegde verklaring van [betrokkene 6]:
Het was na het feest. Ik stond buiten. Ik stond bij een parkeerplaats. Ik heb gezien en gehoord dat de lichte man en de donkere man ruzie hadden. Ik zag en hoorde dat zij woorden met de mond hadden en dat zij schreeuwden. Ik hoorde de donkere man zeggen dat hij niet bang was om dood te gaan. Ik zag de lichte man naar de geparkeerde auto's lopen. Ik zag hem ook weer terug lopen. Ik zag toen dat zij schoten. Ik hoorde die klappen, dat geluid van een geweer, en ik zag ook vuur, van die rode lichtjes. U vraagt mij bij wie ik dat zag. Bij allebei, dus bij die lichte man en bij die donkere man. Ik kan niet zeggen bij wie ik dat het eerste zag. Hierna zag ik die lichte man met zijn arm gestrekt weglopen van de donkere man. Vervolgens zag ik dat iedereen ging rennen en daarna zag ik die donkere jongen op de grond liggen.
U vraagt mij of ik denk of de donkere en de lichte man allebei hebben geschoten.
Ik denk het wel. Dat denk ik omdat zij de enige twee waren die ruzie hadden. Ik heb ook bij allebei vuur gezien.
De rechter-commissaris vraagt mij of ik dat heel zeker weet. Ja.
9. Een proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 7 april 2010 van de politie Haaglanden met nr. 2010 182028. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - (blz. 154 t/m 157):
als de op 6 september 2010 afgelegde verklaring van [betrokkene 6]:
Op zondag 5 september 2010 was ik op het Antilliaans feest te Zoetermeer. Ik zag en hoorde dat een donkere man en een licht getinte man ruzie met elkaar hadden. De licht getinte man liep weg van de donkere man. Korte tijd later zag ik dat de licht getinte man terug kwam. Hij schoot met een pistool op de donkere man. Ik zag vuur komen uit het pistool. Ik zag dat de donkere man neerviel in het gras.
De licht getinte man, de man die schoot, omschrijf ik als volgt:
Het was een breed gespierde man. De man droeg een wit T-shirt. Op de voorzijde was het T-shirt voorzien van een zwarte print.
10. Het proces-verbaal van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in de arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage van 8 augustus 2011. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven -:
als de op 8 augustus 2011 tegenover deze rechter-commissaris afgelegde verklaring van [betrokkene 7]:
Ik zat achter in de auto in het midden. [betrokkene 8] zat achter het stuur. Ik keek daarbij naar [betrokkene 8]. Ik hoorde opeens schoten. Het waren wel iets van vijf of zes schoten. Ik keek naar buiten en toen zag ik [slachtoffer] (het hof begrijpt: [slachtoffer]) naar achteren komen. Hij deed twee of drie stappen achteruit en toen viel hij. Ik zag verder dat één van die twee mannen waar [slachtoffer] ruzie mee had, op hem schoot. Die man leek op [verdachte]. Ik herkende hem aan zijn shirt en aan zijn postuur. Ik zag dat die man schoot. U vraagt mij wat ik dan precies zag. Ik zag hem met een gestrekte arm en met een vuurwapen. Ik zag ook vlammen. U vraagt mij in welke hand [verdachte] het vuurwapen had. Rechts.
U houdt mij voor dat ik zojuist heb verklaard over een grote man die leek op [verdachte] en dat ik hem herkende aan zijn blouse en zijn postuur. Dat klopt, ik had [verdachte] eerder op het feest al gezien dus ik wist wat voor een shirt hij aanhad.
[verdachte] heeft geschoten."