3.1In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
(i) Op 26 juni 2008 heeft [eiseres] met DSB Bank N.V. (hierna DSB) een deposito-overeenkomst gesloten met een looptijd van tien jaar en een rentepercentage van 7,5% (hierna: de deposito-overeenkomst of de overeenkomst).
Op de in verband met de overeenkomst geopende depositorekening stortte zij een bedrag van € 500.000,--. Haar vorderingen op DSB droegen het karakter van een achtergestelde vordering. In 2003 had [eiseres] met DSB ook al een dergelijke overeenkomst gesloten, toen met een looptijd van vijf jaar.
(ii) Voorafgaand aan het sluiten van de deposito-overeenkomst heeft [eiseres] zich ervan vergewist dat DSB een bankvergunning had en heeft zij kennisgenomen van jaarstukken van DSB.
(iii) Voorafgaand aan het sluiten van de deposito-overeenkomst heeft [eiseres] voorts kennisgenomen van een brochure van DSB over het deposito met achterstelling. De brochure vermeldt onder meer:
“Het DSB Bank Achtergesteld Deposito is een veilige en rendabele manier van vermogensgroei. U ontvangt over al uw geld een zeer hoog en vast rentepercentage van 7% en hoeft zich dus geen zorgen te maken over rentewijzigingen of koersschommelingen.
(…)
Bij een achtergesteld deposito is de Collectieve Garantieregeling niet van toepassing.
(…)
Veilig en winstgevend
Elk jaar betaalt DSB Bank N.V. u 7% rente over het door u gestorte geld op het deposito. Dit rentepercentage verandert niet, u weet dus altijd waar u aan toe bent. (...) Geen zorgen over dalende koersen en geen teleurstellende groei van uw vermogen. Het DSB Bank Achtergesteld Deposito is een spaarvorm dat voldoet aan de eisen van de moderne financiële wereld (…).”
Onder de kop “Veel gestelde vragen” wordt onder meer opgemerkt:
“Wat betekent achtergesteld deposito?
Deposito betekent rekening. Een rekening waar uw geld op gestort wordt. Achtergesteld betekent dat de terugbetaling aan het einde van de looptijd achtergesteld is bij de overige concurrente crediteuren van DSB Bank N.V. Dit houdt in, dat andere crediteuren eerst worden terugbetaald. In de regel zult u hier niets van merken. Slechts in het uitzonderlijke geval van een onverhoopt faillissement van DSB Bank N.V. wordt u als achtergesteld crediteur hiermee geconfronteerd. Daarnaast valt het achtergesteld deposito niet onder de Collectieve Garantieregeling.”
(iv) DSB heeft de deposito-overeenkomst aan [eiseres] toegezonden bij brief van 24 juni 2008.
Die brief vermeldt in een omkaderd gedeelte onder meer:
“(…) Onderstaand vindt u een antwoord op veel gestelde vragen over het achtergesteld deposito sparen.
- Wat houdt achtergesteld in?
Achtergesteld betekent, dat de terugbetaling aan het einde van de looptijd achtergesteld is bij de overige concurrente crediteuren van DSB Bank N.V. Dit houdt in, dat andere crediteuren eerst worden terugbetaald. Slechts in het uitzonderlijke geval van een onverhoopt faillissement van DSB Bank N.V. wordt u als achtergesteld crediteur hiermee geconfronteerd. Daarnaast valt het achtergesteld deposito niet onder het Deposito garantiestelsel. (…)”
Deze tekst trof men ook op de website van DSB aan. De overeenkomst zelf bevatte eveneens een mededeling van gelijke strekking over de achterstelling van de lening.
(v) In het derde kwartaal van 2008 is AFM een onderzoek gestart naar de Nederlandse spaarmarkt. Zij heeft toen onder meer de informatie onderzocht die DSB met betrekking tot deposito’s met achterstelling verstrekte aan (potentiële) cliënten. AFM heeft eind november 2008 erop aangedrongen dat de informatieverstrekking door DSB over het deposito met achterstelling werd aangescherpt. DSB diende de gevolgen van een deposito met achterstelling bij faillissement van een bank explicieter en prominenter te benoemen. DSB heeft hieraan gehoor gegeven, waarna op haar website met betrekking tot deposito’s met achterstelling onder meer was te lezen:
“Achtergesteld houdt in dat u bij een eventueel faillissement van uw bank als laatste het geld terugkrijgt. U loopt hierdoor het risico dat u uw (volledige) spaarbedrag misschien niet terugkrijgt. Daarnaast is het belangrijk om te vermelden dat het Achtergesteld Deposito niet valt onder het Depositogarantiestelsel van De Nederlandsche Bank. Dit betekent dat wanneer sprake is van een noodregeling of van een faillissement van DSB Bank, u voor dit product niet kunt terugvallen op het Depositogarantiestelsel.”
(vi) DSB is op 19 oktober 2009 in staat van faillissement verklaard.
(vii) In opdracht van de Minister van Financiën heeft de Commissie van Onderzoek DSB Bank de gang van zaken bij DSB, de handelwijze van De Nederlandsche Bank (hierna: DNB) en AFM ten aanzien van DSB en de onderlinge samenwerking tussen DNB en AFM onderzocht. De bevindingen zijn neergelegd in een rapport van 23 juni 2010.
3.2.1[eiseres] heeft een verklaring voor recht gevorderd, inhoudende dat AFM als toezichthouder jegens [eiseres] onrechtmatig heeft gehandeld en aansprakelijk is voor de daardoor geleden schade. De rechtbank heeft bij tussenvonnis, kort gezegd, overwogen dat AFM, in het bijzonder gezien het aanzienlijke nadeel dat met verstrekking van een achtergestelde lening gepaard kon gaan, in de omstandigheden van het geval in redelijkheid niet heeft kunnen besluiten om geen nader onderzoek te doen naar de noodzaak van een verscherpt toezicht op DSB, dat AFM aldus onrechtmatig heeft gehandeld, ook jegens [eiseres], en heeft de zaak naar de rol verwezen voor nader debat omtrent het causaal verband tussen de onrechtmatige daad en de gestelde schade.
3.2.2Het hof heeft het tussenvonnis van de rechtbank vernietigd en de vordering van [eiseres] afgewezen. Daartoe overwoog het hof onder meer het volgende.
In het midden kan blijven of AFM als toezichthouder jegens consumenten als [eiseres] onrechtmatig heeft gehandeld door voor juni 2008 een onderzoek naar mogelijke overtredingen van DSB met betrekking tot deposito’s met achterstelling achterwege te laten. Juist is immers de stelling van AFM dat zich niet de situatie voordoet dat zij, als zij in de relevante periode aandacht had besteed aan de achtergestelde deposito’s, dan in redelijkheid maatregelen op grond van de Wft niet achterwege had kunnen laten (rov. 3.19). Er kan niet geoordeeld worden dat er onmiskenbaar sprake was van een overtreding van het bepaalde in de art. 4:19 en 4:20 Wft die eind 2007 / eerste helft 2008 tot ingrijpen aanleiding had moeten geven (rov. 3.21-3.23). Een abstracte waarschuwing voor de aan een achtergesteld deposito verbonden risico’s ligt al voldoende besloten in het door DSB verstrekte informatiemateriaal (rov. 3.25). Niet kan worden aangenomen dat in de te dezen relevante periode reeds sprake was van zicht op het aan een deposito met achterstelling verbonden risico van faillissement. Zou AFM, indien zij in de relevante periode aandacht aan de deposito’s met achterstelling zou hebben geschonken, DSB niet verplicht hebben concrete mededelingen te doen over haar situatie, dan zou dat haar niet als onrechtmatig hebben kunnen worden aangerekend, met name vanwege de beoordelingsvrijheid die haar toekwam in verband met het zich hier voordoende toezichthoudersdilemma. De mogelijkheid van een openbare waarschuwing is in een situatie als waarom het in dit geval gaat niet aan de orde. (rov. 3.26)