ECLI:NL:HR:2014:3273

Hoge Raad

Datum uitspraak
2 september 2014
Publicatiedatum
17 november 2014
Zaaknummer
13/00417
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanhoudingsverzoek in cassatie met betrekking tot strafzaak

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, gedateerd 30 november 2012, met nummer 23/001580-12. De verdachte, geboren in 1992, heeft het beroep ingesteld via zijn advocaten, mr. G.A. Jansen en mr. Th.O.M. Dieben, beiden werkzaam in Amsterdam. In de schriftelijke verdediging is een middel van cassatie voorgesteld, dat aan het arrest is gehecht en daar deel van uitmaakt. De Advocaat-Generaal, D.J.C. Aben, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, wat de Hoge Raad uiteindelijk ook heeft gedaan.

De Hoge Raad heeft het middel beoordeeld en geconcludeerd dat het niet tot cassatie kan leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO), dat stelt dat een nadere motivering niet nodig is wanneer het middel niet leidt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De beslissing van de Hoge Raad om het beroep te verwerpen, werd op 2 september 2014 uitgesproken tijdens een openbare terechtzitting.

De uitspraak is gedaan door de raadsheer B.C. de Savornin Lohman als voorzitter, samen met de raadsheren Y. Buruma en N. Jörg, in aanwezigheid van de waarnemend griffier A.C. ten Klooster. Deze uitspraak bevestigt de eerdere beslissing van het Gerechtshof en onderstreept de toepassing van de relevante juridische normen in deze strafzaak.

Uitspraak

2 september 2014
Strafkamer
nr. 13/00417
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 30 november 2012, nummer 23/001580-12, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1992.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze hebben mr. G.A. Jansen en mr. Th.O.M. Dieben, beiden advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal D.J.C. Aben heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van het middel

Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer B.C. de Savornin Lohman als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en N. Jörg, in bijzijn van de waarnemend griffier A.C. ten Klooster, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
2 september 2014.