In deze zaak heeft [X] B.V. beroep in cassatie ingesteld tegen een uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 30 mei 2013, waarin het hoger beroep van belanghebbende tegen een eerdere uitspraak van de Rechtbank te Breda werd behandeld. De Rechtbank had in deze zaak, met nummer AWB 11/614, betrekking op de leges die door de gemeente Zundert aan belanghebbende waren geheven. De Hoge Raad heeft de klachten van belanghebbende beoordeeld, maar deze konden niet leiden tot cassatie. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten geen nadere motivering behoefden, aangezien ze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Dit betekent dat de Hoge Raad de uitspraak van het Gerechtshof bevestigde en het beroep in cassatie ongegrond verklaarde. Tevens oordeelde de Hoge Raad dat er geen termen aanwezig waren voor een veroordeling in de proceskosten. Het arrest is uitgesproken door vice-president M.W.C. Feteris, samen met de raadsheren P.M.F. van Loon en J. Wortel, en werd openbaar gemaakt op 14 februari 2014.