ECLI:NL:HR:2014:3066

Hoge Raad

Datum uitspraak
31 oktober 2014
Publicatiedatum
30 oktober 2014
Zaaknummer
11/04717
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over exclusiviteitsbeding in overeenkomsten voor afvalverwerking

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 31 oktober 2014 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen Turner Raw Materials Intermediate B.V. (TRMI) en Attero Noord B.V. Het geschil betreft de uitleg van een exclusiviteitsbeding in overeenkomsten die verband houden met afvalverwerking. TRMI, de eiseres tot cassatie, had eerder in de feitelijke instanties beroep ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te Leeuwarden, dat op 28 juni 2011 was gewezen. De Hoge Raad verwijst naar de eerdere vonnissen van de rechtbank Assen en het arrest van het hof, die aan deze zaak ten grondslag liggen.

De Hoge Raad heeft de klachten van TRMI in het cassatiemiddel beoordeeld, maar oordeelt dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad stelt vast dat de klachten geen aanleiding geven tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling, zoals vereist volgens artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. Dit betekent dat de Hoge Raad de eerdere uitspraak van het hof bevestigt.

In de beslissing heeft de Hoge Raad TRMI veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Attero zijn begroot op € 5.965,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De uitspraak is gedaan door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens als voorzitter, G. Snijders en M.V. Polak, en is openbaar uitgesproken door raadsheer G. de Groot.

Uitspraak

31 oktober 2014
Eerste Kamer
nr. 11/04717
LZ/JG
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
TURNER RAW MATERIALS INTERMEDIATE B.V.,
gevestigd te Elburg,
EISERES tot cassatie,
advocaat: voorheen mr. P. Garretsen thans mr. P.J.Ph. Dietz de Loos,
t e g e n
ATTERO NOORD B.V.,
gevestigd te Wijster,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. B.T.M. van der Wiel.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als TRMI en Attero.

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 75900/HA ZA 09-783 van de rechtbank Assen van 16 december 2009 en 14 april 2010;
b. het arrest in de zaak 200.070.716/01 van het gerechtshof te Leeuwarden van 28 juni 2011.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof heeft TRMI beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Attero heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten, en voor Attero mede door mr. L.V. van Gardingen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot verwerping van het beroep.
De advocaat van TRMI heeft bij brief 2 oktober 2014 op die conclusie gereageerd.

3.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt TRMI in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Attero begroot op € 5.965,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, G. Snijders en M.V. Polak, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op
31 oktober 2014.