ECLI:NL:HR:2014:3038

Hoge Raad

Datum uitspraak
24 oktober 2014
Publicatiedatum
24 oktober 2014
Zaaknummer
13/04443
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid bij onrechtmatig handelen van koper en insolvabiliteit van lastgever

In deze zaak, die op 24 oktober 2014 door de Hoge Raad is behandeld, gaat het om een geschil tussen V.O.C. Beheer B.V. en DMA Vastgoed B.V. V.O.C. c.s. heeft cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag, dat op 19 maart 2013 is gewezen. De zaak betreft aansprakelijkheidsrecht en de vraag of de koper, die handelt voor een lastgever, onrechtmatig heeft gehandeld wanneer de lastgever niet in staat is om de financiering rond te krijgen en blijkt te zijn insolvabel. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank 's-Gravenhage en het arrest van het hof, die relevant zijn voor de beoordeling van de zaak.

De Hoge Raad heeft de klachten van V.O.C. c.s. in het cassatiemiddel niet gegrond verklaard. De Hoge Raad oordeelt dat de aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden, en dat er geen noodzaak is voor nadere motivering, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Dit betekent dat de Hoge Raad het beroep van V.O.C. c.s. verwerpt.

In de beslissing heeft de Hoge Raad V.O.C. c.s. ook veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op een totaal van € 8.475,34, bestaande uit € 6.275,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De uitspraak is openbaar gedaan door raadsheer G. de Groot.

Uitspraak

24 oktober 2014
Eerste Kamer
nr. 13/04443
LZ/EE
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. V.O.C. BEHEER B.V.,
gevestigd te Maasland, gemeente Midden-Delfland,
2. [eiser 2],
wonende te [woonplaats]
EISERS tot cassatie,
advocaat: mr. J.W. de Jong,
t e g e n
DMA VASTGOED B.V.,
gevestigd te ’s-Gravenzande, gemeente Westland
VERWEERSTER in cassatie,
advocaten: mr. B.T.M. van der Wiel en mr. M.M. Stolp.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als V.O.C. c.s. en DMA.

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 330782/HA ZA 09-567 van de rechtbank ’s-Gravenhage van 20 mei 2009 en 1 september 2010;
b. het arrest in de zaak 200.087.507/01 van het gerechtshof Den Haag van 19 maart 2013.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof hebben V.O.C. c.s. beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
DMA heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten, en voor DMA mede door mr. R.A. Woutering.
De conclusie van de Advocaat-Generaal M.H. Wissink strekt tot verwerping.
De advocaat van V.O.C. c.s. heeft bij brief van 19 september 2014 op die conclusie gereageerd.

3.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt V.O.C. c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van DMA begroot op € 6.275,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, G. Snijders en T.H. Tanja-van den Broek, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op
24 oktober 2014.