Uitspraak
[X] Beheer B.V.te
[Z](hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het
Gerechtshof Den Haagvan 28 januari 2014, nr. BK‑13/00425, betreffende de aan belanghebbende over het jaar 2003 opgelegde naheffingsaanslag in de dividendbelasting.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van [X] Beheer B.V. tegen een uitspraak van het Gerechtshof Den Haag, die betrekking heeft op een naheffingsaanslag in de dividendbelasting voor het jaar 2003. De Hoge Raad heeft eerder een arrest gewezen op 3 mei 2013, waarin de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam werd vernietigd en de zaak werd verwezen naar het Gerechtshof Den Haag voor verdere behandeling.
In het tweede geding in cassatie heeft [X] Beheer B.V. beroep ingesteld tegen de uitspraak van het Hof, waarbij twee middelen zijn voorgesteld. De Staatssecretaris van Financiën heeft hierop een verweerschrift ingediend, gevolgd door een conclusie van repliek van de belanghebbende en een conclusie van dupliek van de Staatssecretaris.
De Hoge Raad heeft de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, aangezien de middelen geen rechtsvragen oproepen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
De Hoge Raad heeft ook geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond verklaard, en dit arrest is openbaar uitgesproken op 24 oktober 2014.