In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 oktober 2014 een herstelarrest uitgesproken in de procedure tussen Erno Rubik en de vennootschappen Beckx Trading & Co B.V. en Out of the Blue KG. Dit arrest volgt op een eerdere uitspraak van de Hoge Raad op 19 september 2014, waarin Beckx c.s. in het ongelijk zijn gesteld in hun incidentele beroep. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat er een misslag was in de proceskostenveroordeling van het eerdere arrest. Rubik had een bedrag van € 17.996,38 gevorderd als kosten in zowel het principale als het incidentele beroep. De Hoge Raad heeft besloten dat dit bedrag gesplitst moet worden over beide beroepen, aangezien partijen zich hierover niet hebben uitgelaten. De Hoge Raad heeft ambtshalve de splitsing aangebracht, waarbij een derde deel van het bedrag aan het incidentele beroep is toegerekend.
In de beslissing van het herstelarrest is de proceskostenveroordeling in het incidentele beroep als volgt aangepast: Beckx c.s. worden veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Rubik begroot op € 68,07 aan verschotten en € 5.998,79 voor salaris. Dit herstelarrest is openbaar uitgesproken door vice-president E.J. Numann, waarbij de andere rechters ook aanwezig waren. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid in de proceskostenveroordelingen en de noodzaak om eventuele misslagen te corrigeren.