Uitspraak
[X]te
[Z](hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het
Gerechtshof Den Haagvan 11 december 2013, nrs. BK-11/00550 t/m BK-11/00565, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank te ’s-Gravenhage (nrs. AWB 08/8451 IB/PVV, AWB 08/8453 IB/PVV, AWB 08/8454 VB, AWB 09/6650 IB/PVV, AWB 09/6651 IB/PVV, AWB 09/6653 IB/PVV tot en met AWB 09/6657 IB/PVV, AWB 09/6660 IB/PVV, AWB 09/6661 IB/PVV en AWB 09/6662 VB tot en met AWB 09/6665 VB) betreffende de aan belanghebbende over de jaren 1995 tot en met 2005 opgelegde belastingaanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV), de over de jaren 1996 tot en met 2000 opgelegde navorderingsaanslagen in de vermogensbelasting (hierna: VB), de daarbij gegeven beschikkingen inzake een verhoging dan wel boetebeschikkingen en de daarbij gegeven beschikkingen inzake heffingsrente. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.