Uitspraak
de Staatssecretaris van Financiëntegen de uitspraak van het
Gerechtshof Amsterdamvan 4 juli 2013, nr. 12/00009, op het hoger beroep van de Inspecteur tegen een uitspraak van de Rechtbank te Haarlem (nr. AWB 11/697) betreffende de ten aanzien van
[X] B.V.te
[Z](hierna: belanghebbende) voor het jaar 2008 gegeven beschikking waarin is vastgesteld dat op het verlies van dat jaar het bepaalde in artikel 20, lid 4, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 van toepassing is, alsmede de beschikking waarbij het saldo van de boekwaarde van de vorderingen en schulden op verbonden lichamen als bedoeld in artikel 20, lid 4, letter b, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 is vastgesteld. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van het middel
,BNB 2003/344, en de daarop gevolgde keuze van de wetgever voor het aftrekbaar maken van alle deelnemingskosten, alsmede ter (gedeeltelijke) dekking voor de budgettaire derving die door het aftrekbaar worden van deelnemingskosten zou ontstaan (zie Kamerstukken II 2003/04, 29210, nr. 8, blz. 5).