ECLI:NL:HR:2014:1676

Hoge Raad

Datum uitspraak
11 juli 2014
Publicatiedatum
10 juli 2014
Zaaknummer
14/02132
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Artikel 80a RO-zaken
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het cassatieberoep van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Enschede

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 juli 2014 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Enschede. Het beroep was gericht tegen een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 25 maart 2014, waarin het hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de Rechtbank te Almelo werd behandeld. De zaak betrof een besluit van het College ingevolge de Wet investeren in jongeren.

De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het cassatieberoep beoordeeld en geconcludeerd dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen. Dit oordeel is gebaseerd op het feit dat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld, klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep. Daarnaast zijn de klachten volgens de Hoge Raad klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.

Op basis van artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en na gehoord te hebben de Procureur-Generaal, heeft de Hoge Raad besloten het beroep in cassatie niet-ontvankelijk te verklaren. Dit arrest is openbaar uitgesproken en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Enschede is een griffierecht van € 493 opgelegd.

Uitspraak

11 juli 2014
Nr. 14/02132
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Enschede(hierna: het College) tegen de uitspraak van de
Centrale Raad van Beroepvan 25 maart 2014, nr. 12/3562 WIJ, op het hoger beroep van
[X]tegen de uitspraak van de Rechtbank te Almelo(nr. 11/321 WIJ BL1 A)) betreffende een besluit van het College ingevolge de Wet investeren in jongeren.

1.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.
De Hoge Raad zal daarom – gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur-Generaal – het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.

2.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren P.M.F. van Loon en Th. Groeneveld, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 11 juli 2014.
Van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Enschede wordt een griffierecht geheven van € 493.