ECLI:NL:HR:2014:1060

Hoge Raad

Datum uitspraak
2 mei 2014
Publicatiedatum
1 mei 2014
Zaaknummer
13/04021
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huwelijksgoederenrecht en verdeling van de huwelijksgemeenschap met betrekking tot deskundigenadvies

In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, betreft het een verzoek tot cassatie van de man tegen een beschikking van het gerechtshof Den Haag van 22 mei 2013. De man, vertegenwoordigd door advocaat mr. N.C. van Steijn, verzocht de Hoge Raad om de beschikking van het hof te herzien. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaten mr. D. Rijpma en mr. M.S. van der Keur, heeft verzocht het beroep te verwerpen. De zaak draait om de verdeling van de huwelijksgemeenschap en de waardering van deskundigenadvies in het kader van het huwelijksgoederenrecht. De Hoge Raad verwijst naar eerdere beschikkingen van de rechtbank Den Haag en het gerechtshof Den Haag, die aan deze zaak ten grondslag liggen. De conclusie van de Advocaat-Generaal P. Vlas strekt tot verwerping van het beroep, wat de Hoge Raad uiteindelijk ook doet. De klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, kunnen niet tot cassatie leiden, en de Hoge Raad oordeelt dat nadere motivering niet nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De beschikking is op 2 mei 2014 openbaar uitgesproken door de raadsheren van de Hoge Raad.

Uitspraak

2 mei 2014
Eerste Kamer
nr. 13/04021
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[de man],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. N.C. van Steijn,
t e g e n
[de vrouw],
wonende te [woonplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
advocaten: mr. D. Rijpma en mr. M.S. van der Keur.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de man en de vrouw.

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de beschikkingen in de zaak FA RK 09-2555 van de rechtbank Den Haag van 30 november 2009, 7 oktober 2010, 15 december 2010 en 11 februari 2013;
b. de beschikkingen in de zaak 200.080.022 van het gerechtshof Den Haag van 19 oktober 2011 en 22 mei 2013.
De beschikkingen van het hof zijn aan deze beschikking gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen de beschikking van het hof van 22 mei 2013 heeft de man beroep in cassatie ingesteld.
Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De vrouw heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal P. Vlas strekt tot verwerping van het beroep.
De advocaat van de man heeft bij brief van 3 april 2014 op die conclusie gereageerd.

3.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren C.A. Streefkerk, als voorzitter, A.H.T. Heisterkamp en C.E. Drion, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op
2 mei 2014.